- 93.022 -
2009 - TEC0901GLV
De toestellen mogen enkel geplaatst worden in ruimtes
waar voldoende ventilatie aanwezig is, behalve indien het
toestel met een goede aanzuig- en afzuigkanaal verbonden
is.
De toestellen kunnen enkel goed werken bij een correcte
montage en ingebruikname.
Schade toegebracht door een niet-toegelaten gebruik of
slechte montage valt volledig onder de verantwoordelijk-
heid van de gebruiker.
Bij de montage, electrische aansluiting, inbedrijfsstelling
en herstelling moeten de geldende veiligheidsvoorschrif-
ten en de algemeen erkende regels in de techniek in acht
genomen worden.
de gasluchtverhitter niet installeren in :
- explosiegevaarlijke ruimtes,
- ruimtes die chloorhoudende dampen bevatten,
- ruimtes met zeer stoffige of aggressieve atmosfeer,
- zeer vochtige ruimtes (electrisch gevaar).
- huiskamers.
montage-aanbeveling :
- minimum een afstand van 200 mm voorzien tussen de
muur en de achterzijde van het toestel (ventilatorzijde),
- voorzie genoeg plaats om de branderdeur te kunnen
openen,
- het toestel moet op minimum 2000 mm van de grond
hangen en op 200 mm afstand van het plafond.
Het is de verantwoordelijkheid van de installateur, nadat
hij de montage geïnspecteerd heeft van het toestel, om :
1°) de gebruiker te informeren :
- dat hij geen veranderingen aan het toestel mag doen
noch aan de montage. De minste verandering, aan de
veiligheidsonderdelen of onderdelen die invloed hebben
op de prestaties, geeft aanleiding dat het toestel niet meer
CE-gekeurd is.
- dat het verplicht is op het toestel te reinigen en te
onderhouden zoals hierbij beschreven. Een jaarlijks
preventief onderhoud is verplicht.
2°) deze handleiding aan de gebruiker te geven
VERCO heeft het recht, met toestemming van het
organisme die de toestellen CE keurt, om deze
handleiding bij te werken. Enkel de handleiding
meegegeven met het toestel kan als contractueel
beschouwd worden. Bewaar deze zorgvuldig.
BESCHRIJVING VAN DE TOESTELLEN
- WERKING
De gasluchtverhitter is een warmelucht generator, die op
aardgas of propaan werkt. Hij voldoet aan de europese
EEC-Richtlijn 90 /396 die van toepassing is.
Het toestel is een systeem voor rechtstreekse verwarming
op gas. Het produceert en verspreidt warmte zonder
toedoen van warmtegeleidende stof. De uitstoot van
GASLUCHTVERHITTERS
ALGEMENE AANBEVELINGEN
de verbrandingsgassen gebeurt door middel van
een rookgasextractor. De verbrandingslucht wordt
aangezogen uit de omgeving of van buiten. De toestellen
kunnen worden aangesloten aan horizontale of verticale
rookgasafvoerbuizen.
De gasluchtverhitters werken op verschillende gassoorten
vermeld op het kenplaatje in overeenstemming met de
Europese richtlijn.
GEBRUIKERSAANBEVELINGEN
- Voor de werking en onderhoud van dit toestel, gelieve
deze handleiding na te lezen.
- Tenminste éénmaal per jaar moet een onderhoud
gebeuren door gekwalificeerd personeel. Het aantal
keren dat een onderhoud moet gebeuren, hangt van van
de omgeving waarin het toestel geïnstalleerd is. Bij een
stoffige omgeving moet een onderhoud regelmatiger
gebeuren.
- Regelmatig controleren of er zich geen deformaties aan
het toestel, de rookgasafvoer of de gasleiding hebben
voorgedaan.
- Regelmatig controleren of de verluchtingsopeningen in
het gebouw of rond het toestel niet verstopt zijn.
- Controleer of de gasluchtverhitter vrij kan uitblazen en
de lamellen van de uitblaasmond open zijn.
- De regelaar moet het toestel minstens 1 maal
uitschakelen per 24 uur.
WERKING
De brander treedt in werking dankzij een ontstekings-
electrode. De ventilator begint te draaien en er wordt
warme lucht in de ruimte geblazen. Wanneer de
gevraagde temperatuur bereikt is, schakelt de brander uit.
De ventilator draait dan nog gedurende ongeveer 1 minuut
zodat de resterende warmte in de wisselaar verdwenen is.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
- Het eventueel uitblijven van een vlam wordt
gedetecteerd door een ionisatiesonde. Bijgevolg worden
de gasventielen onmiddelijk gesloten.
- De warmtewisselaar is thermisch beveiligd door 2
thermostaten. De eerste, met automatische ontgrendeling,
beschermt tegen een onvoldoende luchtdebiet
(belemmeringen, ventilatordefect). De tweede, met
manuele ontgrendeling, is op een hoger niveau
ingesteld dan de eerste. Deze thermostaat beschermt het
toestel tegen een oververhitting door toedoen van een
werkingsprobleem of een slecht gebruik.
Indien u problemen heeft, gelieve ons te contacteren.