Van "De sensor koppelen" (pagina 36)
Instelling voor nachttijd
Stel de tijd in waarin de achtergrondverlichting aan gaat.
* Wanneer u de achtergrondverlichting niet wilt inschakelen tijdens
de dag, stelt u de begin- en eindtijd in op hetzelfde tijdstip.
De instellin-
gen wijzigen
MODE
(ingedrukt
houden)
MODE
MODE
(ingedrukt
houden)
MODE
(ingedrukt
houden)
Registreer de
instelling
MENU
Naar "Instellen van de geheugeninterval"
Starttijd
Stel de begintijd in waarop de achtergrond-
verlichting aan gaat.
Verhoog de waarde
MODE
Eindtijd
Stel de eindtijd in waarop de achtergrond-
verlichting uit gaat.
Verhoog de waarde
MODE
Van "Instelling voor nachttijd"
Instellen van de geheugeninterval
Stel de interval voor de tweede schaal in voor het opnemen van de
meetgegevens.
* De maximale opnametijd / maximale tijd voor één rit die kan
worden opgenomen op de computer, is afhankelijk van het gese-
lecteerde interval.
De instellin-
gen wijzigen
MODE
MODE
(ingedrukt
houden)
Registreer
de instelling
MENU
Functiedisplay instellen
U kunt ongewenste functies verbergen.
* Het is niet mogelijk om de verlopen tijd te verbergen (Tm).
* Metingen worden uitgevoerd voor verborgen functies. Als een
verborgen functie opnieuw wordt weergegeve, worden de meetre-
sultaten getoond.
De instellin-
gen wijzigen
MODE
MODE
(ingedrukt
houden)
Registreer
de instelling
MENU
Naar "De middelste display instellen" (pagina 39)
Maximale
Maxi-
Geheugeninter-
opnametijd
mumtijd
val
(totale tijd van
voor
alle rijgegevens)
één rit
1-S (1 seconden)
35 uur
35 uur
2-S (2 seconden)
70 uur
70 uur
5-S (5 seconden)
175 uur
175 uur
1-S
2-S
5-S
MODE
ON ↔ OFF
MODE
Dst
Dst2
Av
Odo
ALT
Mx
(ingedrukt houden)
MODE
38