Installatievoorschriften
2.6. Aansluiting met berijdersidentificatie zonder buzzer (niet geadviseerd)
Als de bestuurder de auto start en de ID Key niet scant, start de auto en volgt er géén geluidssignaal
om de bestuurder hiervan op de hoogte te stellen. Omdat de bestuurder niet actief wordt gemeld
dat de scan van de ID Key is vergeten en de auto zal starten, adviseren wij deze installatie niet te
gebruiken.
Volg voor deze aansluiting het aansluitschema van berijdersidentificatie inclusief ID Buzzer (3.1.) en
sluit de ID Buzzer niet aan.
3. Aansluiting & Installatie
De juiste wijze waarop de bedrading wordt aangesloten is door middel van soldering. De soldering
wordt met tape of krimpkous geïsoleerd. Per voertuig is de bedrading verschillend.
Let op: Moderne voertuigen zijn uitgerust met een CAN-BUS netwerk, waarbij bedrading in
verbinding staat met de computers van het voertuig. Hierop mag het systeem niet aangesloten
worden. Wanneer dit wel gebeurt, ontstaan er vervelende schades aan het voertuig, waarvan het
herstel in kosten hoog op kan lopen. De CAN-BUS bedrading loopt door het gehele voertuig. Er moet
dus zorgvuldig met de aansluiting om worden gegaan.
3.1. Bedrading op een juiste manier wegwerken
De bekabeling in het interieur moet zodanig worden weggewerkt, dat deze niet zichtbaar is
zonder demontage van voertuigdelen.
Als de originele bekabeling van het voertuig is ingetapet moet ook de bekabeling van het
beveiligingssysteem met soortgelijke tape ingetapet worden.
Als de originele bekabeling van het voertuig is voorzien van krimpkous/kabelsok, moet de
bekabeling van het beveiligingssysteem op een zelfde manier verwerkt worden.
8