2
1
4.10 Trommelremmen voor begeleider
(optioneel)
WAARSCHUWING
Bij modellen zonder trommelremmen moet de
begeleider lichamelijk in staat zijn om de rol-
stoel op eigen kracht af te remmen.
Voor de rolstoel zijn optionele trommelrem-
men voor de begeleider verkrijgbaar. Met de
trommelremmen kan de rolstoel tijdens het
rijden gecontroleerd worden afgeremd. Ook
kunnen de trommelremmen als parkeerrem
afb.14
worden gebruikt.
Rolstoel afremmen:
Duw beide remhendels gelijkmatig in (1, afb.
14).
Rolstoel parkeren:
1. Duw beide remhendels in (1, afb. 14).
2. Druk de vergrendelhendel van u af, totdat ze
vastklikken (2, afb. 14). De trommelrem is
nu vastgezet.
OPMERKING
Als de trommelremmen vast zijn, mag de rol-
stoel niet meer te duwen zijn.
Parkeerrem lossen: Duw de remhendels licht
in. De vergrendeling wordt gelost.
04 ROLSTOEL GEBRUIKEN
19
NL
EN
FR
IT
NL