3
|
Inbedrijfstelling
3.3 Voor de eerste keer verbinding maken met de Security-gateway
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
▪
Controleer of alle aangesloten apparatuur ingeschakeld is.
Een nieuwe Security-gateway module heeft 192.168.0.126 als vast IP-adres en
255.255.255.0 als subnetmasker.
Om verbinding te maken met dit toestel moet u het IP-adres van uw computer
instellen op hetzelfde bereik.
1 Steek een CAT 5e-Ethernetkabel (of hoger) in de Security-gateway module (a).
2 Sluit de Ethernet-kabel aan op uw computer (b) en verander uw IP-adres
zodat het in hetzelfde bereik ligt als dat van de Security-gateway module.
3 Ga op uw computer naar Configuratiescherm.
4 Klik
in
het
Configuratiescherm
Adapterinstellingen wijzigen.
5 Dubbelklik in het venster Netwerkverbindingen op LAN-verbinding.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.
6 Selecteer Internet Protocol versie 4 (TCP/IPv4) en klik op Eigenschappen.
Gevolg: Het volgende venster verschijnt.
a
b
op
Netwerkcentrum
en
dan
op
MCS341-DS1-111
Security-gateway
4P529063-1A – 2020.12