4.4. Elektrische aansluiting
Kabeldoorsneden en beveiligingen
■
Elke ingreep moet worden uitgevoerd zonder
stroom door een gekwalificeerde en bevoegde
technicus. Schakel de hoofdvoeding naar
het schakelbord uit. De ON/OFF-schakelaar
onderbreekt alleen het bedieningscircuit.
De elektrische aansluiting moet voldoen aan de geldende
installatienormen. De hieronder gegeven kabeldoorsneden
zijn slechts indicatief. Zij moeten worden gevalideerd door
een gekwalificeerde technicus.
De toevoerleiding van de ketel moet bij de installatie worden
beveiligd door een overstroombeveiliging aan het begin van
het voedingscircuit van de ketel. De nominale waarde van
de overstroombeveiliging moet in overeenstemming zijn
met de stroombelastbaarheid van de gebruikte kabels en in
verhouding staan tot het vermogen van de ketel.
Evenzo moet het schakelvermogen van deze beveiligingen
toereikend zijn voor de veronderstelde kortsluitstroom op de
plaats waar de apparatuur is geïnstalleerd. Een berekenings-
nota moet de keuze van de beveiligingsinrichting tegen
overstroom aan de oorsprong van het voedingscircuit en de
doorsnede van de geleiders valideren.
T L1
L2 L3
N
8
Installatie
Elektrische aansluiting
Beveiliging
Aan/uit
zekering
12
11
9
8
7
Bij de elektrische aansluiting moet een equipotentiaalverbinding
tot stand worden gebracht tussen de aardklem en de metalen
waterleidingen. De elektrische ketel zal worden gevoed door
een installatie die is uitgerust met een differentieelinrichting
en zal worden aangesloten op een installatieaardeverbinding
overeenkomstig de norm NF C15-100.
Opgelet
: de hieronder gespecificeerde doorsneden en over
stroombeveiligingen worden ter indicatie gegeven. Te valideren
door een berekeningsnota naar gelang van de wijze van instal-
latie van de voedingskabel en de lengte daarvan.
INDICATIEVE DOORSNEDE VOOR KOPERKABELS,
Vermogen Eenfasig
230 V
4 kW
17 A
Tijdens het vervoer kunnen elektrische verbindingen per
ongeluk losraken. Om het risico van oververhitting te
voorkomen, moet u de dichtheid van de schroefverbindingen
en de dichtheid van de Faston-klemmen controleren.
L
Regeling
ketel
N
6 5 4 3
2 1
kabel type U1000 R02V
Minimale
Stroom-
Driefasig
Minimale
doorsnede
onder-
400 V + N
doorsnede
breker
3x 6 mm²
20 A
6 A
5x 2,5 mm²
Stroom-
onder-
breker
10 A