4.3. Hydraulische aansluiting
Vertrek F 3/4"
Evacuatie van de veiligheidsklep
Installatie
Hydraulische aansluiting
Retour F 3/4"
Installeer de meege-
leverde automatische
ontluchter !
Vergeet de pakking
niet !
Blokkeer de uitlaat van de
veiligheidsklep niet.
Niet gebruiken voor het vullen
van de installatie.
Vrije doorstroming
(atmosferische druk)
Disconnector
■
De aanwezigheid van een disconnector van het type CB
(vulslang) wordt vereist door de artikelen 16.7 en 16.8 van het
Sanitair Reglement. Hij moet verschillende niet-controleerbare
drukzones hebben en voldoen aan de functionele eisen van
norm NF P 43-011.
De disconnector is bedoeld om te voorkomen dat verwar-
mingswater terugstroomt in het drinkwaternet. De aansluiting
van de disconnector op het riool is verplicht.
Ontluchting / ontgassing
■
Alle hoge punten moeten voorzien zijn van automatische
afvoerkanalen. Op de uitgang van het verwarmingscircuit
moet een ontluchter worden geplaatst.
De aanwezigheid van lucht in het verwarmingselement
kan leiden tot de vernietiging van de ketel en doet de
garantie vervallen.
Bezinktank, slibtank
■
Op de bodem van de retour van het verwarmingscircuit moet
een slibpot worden geplaatst. De slibpot moet voorzien zijn
van een afvoer om alle slib, oxiden, deeltjes en kalkaanslag
op te vangen die tijdens de werking van de ketel uit de
binnenwanden van het verwarmingscircuit kunnen vrijkomen.
Vermijd of beperk het gebruik van additieven in het
verwarmingscircuit. Gebruik water van het drinkwaternet
om het systeem te vullen en controleer of het voldoet aan
de eisen (
zie pagina 4
).
Expansievat van 5 liter
■
Het expansievat in de ketel is groot genoeg voor de meeste
installaties. Het moet door een vakman worden gedimensio-
neerd volgens :
– de opvoerhoogte van de installatie
– het watervolume in de circuits
– de maximale watertemperatuur.
Meerdere vaten kunnen op dezelfde installatie worden geïnstal-
leerd zonder de goede werking van het verwarmingscircuit
te verstoren.
Afsluitventielen
■
Het is raadzaam afsluitventielen te installeren om onderhouds-
werkzaamheden te vergemakkelijken. De diameter van de
kleppen mag niet kleiner zijn dan 15x21 (1/2").
Let op een permanent minimumdebiet in de ketel.
Risico van vernieling van de ketel.
7