Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Stel De Circulatiepomp Van Klasse A In; De Bedrijfsmodus Instellen; Prestatiecurven; Ontluchtingsfunctie (Geïntegreerd In De Pomp) - TEMPOLEC GRE-MINI4T400M230 Handleiding Voor Installatie En Gebruik

Inhoudsopgave

Advertenties

5.4. Stel de circulatiepomp van klasse A in

Uw ketel is uitgerust met een circulatiepomp van de aller-
nieuwste generatie (hoge energie­efficiëntie, klasse A).

De bedrijfsmodus instellen

Statusindicatie­led circulatiepomp,
continu groen = normale werking
andere status : zie onderstaande tabel
Bedieningsknop
Achtereenvolgens indrukken voor selectie van modus
en vermogensniveau

Prestatiecurven

H/m
6
5
III
4
II
3
I
2
1
0
0,5
1,0
Voorkeursinstelling voor een installatie met radiatoren of
vloerverwarming. De snelheid van de circulatiepomp past
zich aan om de druk te variëren.
De vakman moet de pomp afstellen op basis van het drukverlies
van de installatie volgens de bovenstaande prestatiecurven.
Als het circuit verstopt of geblokkeerd is, kan het
instellen van de circulatiepomp op variabele of
constante druk leiden tot vertraging en een storing in
de regeling en dus tot ongemak in huis.
Het is absoluut noodzakelijk dat de goede kwaliteit van
de vervoerde vloeistof en het juiste debiet in het circuit
worden gewaarborgd.
Risico van vernietiging van de elektrische weerstanden.
De installatie moet worden gereinigd (ontslibben).
Status circulatiepomp
Groene / rode led knipperend– lucht in het pomplichaam
Rode led knipperend
Vaste rode led
Led uit
12
Gebruik
Stel de circulatiepomp van klasse A in
p/kPa
H/m
Variabele
60
druk
50
40
30
20
10
0
1,5
2,0
2,5
3,0 Q/m³/h
Voorkeursinstelling voor vloerverwarmingsinstallatie.
De snelheid van de circulatiepomp past zich aan om
de druk constant te houden.
Betekenis
– rotor geblokkeerd (gomming)
over- of onderspanning
(U > 275 V of U < 170 V)
rotor geblokkeerd
– drukstoring (druk < 1,5 bar)
– oververhitting
– overstroom (elektrische overbelasting)
Deze circulatiepomp kan worden ingesteld volgens 3 verschil-
lende bedrijfsmodi.
Fabrieksinstelling: variabele druk, vermogensniveau II.
Constante
III
6
druk
5
II
4
3
I
2
1
0
0,5
1,0
1,5
2,0
2,5
3,0 Q/m³/h
Ontluchtingsfunctie
Om het ontluchtingsproces te starten (10 min), drukt u
op de bedieningsknop totdat de leds «bedrijfsmodus» en
«vermogens niveau» afwisselend knipperen (ongeveer 3 s).
Om de ontluchtingscyclus te annuleren, drukt u nogmaals
op de bedieningsknop totdat de normale bedrijfstoestand is
bereikt (led «bedrijfsmodus» groen en vast, ca. 3 s).
Het uitvoeren van een ontluchtingscyclus is geen
garantie voor een goede ontluchting van de instal­
latie en de ketel. Controleer of het systeem correct
is ontlucht VOORDAT u de ketel in gebruik neemt.
– Controleer of de installatie goed ontlucht is
– Controleer handmatig de rotatie van de rotor en de kwaliteit van de
vervoerde vloeistof (slib, deeltjes, afzettingen, enz.) in het pomplichaam
– Controleer de spanning op de aansluitklemmen van de ketel
– Controleer de doorsnede van de aansluitkabels
– Zie «storingen en oplossingen»,
– Controleer de elektrische aansluiting en de spanning op de aansluit-
klemmen van de ketel
– Controleer de juiste plaatsing van de koppelstrip (eenfasige aansluiting) of
de afwezigheid van de koppelstrip (driefasige aansluiting)
Led «circulatiepomp bedrijfsmodus»
Led «vermogensniveau» I, II of III
p/kPa
H/m
III
60
6
50
5
II
40
4
30
3
I
20
2
10
1
0
0
0,5
1,0
1,5
2,0
Voorkeursinstelling voor een circuit waar het
drukverlies niet verandert.
De pompsnelheid is constant.
(geïntegreerd in de pomp)
Actie
zie pagina 13
p/kPa
Constante
60
snelheid
50
40
30
20
10
0
2,5
3,0 Q/m³/h

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave