Figuur 101. De voedingseenheid installeren
7. Sluit de kabel van de nieuwe voedingseenheid aan op de systeemplaat.
8. Plaats de verwijderde onderdelen terug. Zie 'Vervangen van de onderdelen voltooien' op pagina 70 om
de vervanging te voltooien.
De microprocessor vervangen
Attentie: Maak uw computer niet open of probeer deze niet te repareren voordat u de Handleiding met
belangrijke productinformatie hebt gelezen.
WAARSCHUWING:
Het koelelement en de microprocessor kunnen zeer heet zijn. Zet de computer uit en laat de computer
enkele minuten afkoelen voor u de computerkap opent.
1. Verwijder de kap van de computer. Zie 'De kap van de computer verwijderen' op pagina 19.
2. Verwijder de frontplaat. Zie 'De frontplaat vervangen' op pagina 20.
3. Draai het schijfcompartiment naar buiten. Zie 'Het schijfcompartiment omhoog en omlaag kantelen' op
pagina 21.
4. Verwijder het koelvinblok en de ventilatoreenheid. Zie 'De module met het koelelement en de ventilator
vervangen' op pagina 60.
5. Ontkoppel alle kabels die op de systeemplaat zijn aangesloten.
6. Vervang de microprocessor.
Opmerkingen:
• Uw microprocessor en aansluiting zien er mogelijk anders uit dan in de afbeelding hieronder.
• Raak alleen de zijkanten van de microprocessor aan. Raak de gouden contactpunten aan de
onderkant niet aan.
• Zorg dat er niets op de aansluiting van de microprocessor valt zolang deze open ligt. De
contactpunten moeten zo schoon mogelijk blijven.
.
Hoofdstuk 4
Hardware vervangen
63