Inhoudsopgave
Advertenties
•
I nstalleer dit product niet in omgevingen waarin de volgende omstandigheden aanwezig zijn of
kunnen optreden:
• Overmatige olie- of vetatmosfeer.
• Corrosieve of brandbare gassen,
vloeistoffen of dampen.
• Blootstelling aan een directe
waterstraal uit slangen.
•
Alle bekabeling moet in overeenstemming zijn met de huidige IET- bekabelingsvoorschriften
BS7671 of gelijkwaardige normen in uw land. De installatie moet na montage worden
geïnspecteerd en getest door een hiervoor opgeleid persoon.
•
Controleer of de stroomvoorziening (voltage, frequentie en fase) overeenkomt met het
typeplaatje.
•
De unit moet voorzien zijn van een lokale tweepolige gezekerde stroomtak voorzien van een 3A
zekering met een minimale contactscheiding van 3mm. Bij installatie van een unit met een
voorverwarmer, moet een 13A zekering worden gebruikt.
•
Deze units moeten worden geaard.
•
Er dienen voorzorgsmaatregelen te worden getroffen om het terugstromen van gas in het
gebouw door het open rookkanaal of andere toestellen die branden op gas of andere
brandstoffen, te voorkomen.
•
Deze unit is niet geschikt voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte
fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of die de ervaring of kennis daarvoor ontberen,
tenzij ze onder toezicht staan of instructies hebben gekregen betreffende het gebruik van het
unit van de persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
•
Jonge kinderen moeten altijd onder toezicht staan om te zorgen dat ze niet met de unit spelen.
•
De installateur is op locatie verantwoordelijk voor de installatie en elektrische verbindingen van
het MVHR-systeem. Het is de verantwoordelijkheid van de installateur om te zorgen dat de
apparatuur veilig wordt geïnstalleerd. Hij mag pas vertrekken als alles mechanisch en elektrisch
veilig is.
•
Alle regelgeving en vereisten moeten strikt worden nageleefd om gevaren voor het leven en
van eigendom te voorkomen, zowel tijdens als na de installatie en tijdens al het verdere
onderhoud.
•
De condensafvoer van de unit moet worden verbonden met het afwateringssysteem van het
gebouw.
•
Bij bepaalde toepassingen kan het nodig zijn geluidsdemping in te bouwen om het vereiste
geluidsniveau te behalen.
•
De unit mag niet direct op een wasdroger worden aangesloten.
•
De inlaat- en uitlaatkleppen moeten volledig worden geopend voor ingebruikname.
•
De luchttoevoer moet van buiten het gebouw worden betrokken.
•
De unit moet tijdens ingebruikname minimaal 5 minuten kunnen stabiliseren als wordt
gewisseld tussen boost en normale snelheid.
Externe roosters moeten worden geplaatst in overeenstemming met de plaatselijke
•
bouwvoorschriften, maar wij adviseren dat de inlaatrooster minimaal 3m van een afblaasrooster
of rookkanaal wordt gehouden.
•
Installatie van dit product en bijbehorende leidingen moet worden uitgevoerd in
overeenstemming met de regelgeving voor huishoudelijke ventilatie.
Conformiteitsverklaring aan NBN D50.001
Waarschuwingen en veiligheidsinformatie
•
Omgevingstemperaturen hoger dan
40°C en lager dan -20°C.
•
Mogelijke obstructies die toegang tot
of verwijdering van de ventilator
kunnen verhinderen.
2
Advertenties
Inhoudsopgave
