,
Gebruik voor het reinigen in
geen geval een stoomreiniger. De
stoom kan op stroomvoerende on-
derdelen terechtkomen en een kort-
sluiting veroorzaken.
Reinig het hele toestel na elk gebruik.
Laat het toestel eerst afkoelen.
Wrijf het toestel na elke vochtige reini-
ging droog. Zo voorkomt u kalkafzet-
ting.
Reiniging en onderhoud
Om schade aan de oppervlakken te
voorkomen, mogen de volgende mid-
delen niet worden gebruikt om de op-
pervlakken te reinigen:
– reinigingsmiddelen die soda, alkali,
ammoniak, zuur of chloor bevatten,
– kalkoplossende reinigingsmiddelen,
– vlek- en roestverwijderaars,
– schurende reinigingsproducten, zo-
als schuurpoeder, schuurmelk,
poetsstenen,
– reinigingsmiddelen met oplosmiddel,
– afwasmiddelen voor de afwasauto-
maat,
– grill- of ovensprays,
– glasreinigers,
– schurende harde borstels en spons-
jes (bijv. schuursponsen), of ge-
bruikte sponsen die nog resten van
een schuurmiddel bevatten,
– scherpe voorwerpen
(om te vermijden dat de dichtingen
tussen het frame en het werkblad be-
schadigd raken).
15