Ruimtecontroller-module
■
Programmeermodus activeren: knop (17) (zie afbeelding 4) indrukken en inge-
drukt houden. Aansluitend impulsdrukker (18) indrukken.
De bedrijfs-LED (19) knippert snel.
■
Fysiek adres programmeren.
Bedrijfs-LED (19) keert naar de vorige toestand – UIT, AAN of langzaam knip-
peren – terug.
■
Applicatieprogramma programmeren.
Tijdens de programmering van het applicatieprogramma knippert de bedrijfs-
LED langzaam (ca. 0,75 Hz).
Bedieningsknoppen monteren
De knoppen (10) staan als complete knoppenset ter beschikking. Afzonderlijke knop-
pen kunnen door knoppen met symbolen worden vervangen.
Het fysieke adres is in het apparaat geladen.
■
Knoppen (10) in de juiste stand op het apparaat plaatsen en met een korte
druk vastklikken.
Let op markering TOP = boven.
7.2.1 Safe-State-modus
De Safe-State-modus stopt de uitvoering van het geladen applicatieprogramma.
Wanneer het apparaat bijvoorbeeld door een foutieve projectering of inbedrijfname
niet correct werkt, kan de uitvoering van het geladen applicatieprogramma door acti-
veren van de Safe-State-modus worden gestopt. In de Safe-state-modus gedraagt
het apparaat zich passief, omdat het applicatieprogramma niet wordt uitgevoerd (uit-
voeringstoestand: beëindigd).
Alleen de systeemsoftware van het apparaat werkt nog. ETS-diagnosefuncties en
ook het programmeren van het apparaat zijn nog mogelijk.
32408603
j0082408603
Afbeelding 4: Programmeermodus activeren
10 / 13
08.11.2023