4.
Om te verzekeren dat er voldoende ontvangst is van het 868 MHz-signaal, mag de
afstand tussen het weerstation en de zender echter niet groter zijn dan 100 meter. (zie
opmerkingen onder "Positioneren" en "868 MHz-ontvangst").
Let op:
Zorg bij het wisselen van de batterijen er voor dat de batterijen niet los raken van de
contactpunten. Na het verwijderen van de batterijen uit een toestel altijd tenminste 1
minuut wachten alvorens deze weer te plaatsen, anders kunnen start- of
zendproblemen ontstaan.
5.
Zodra de ontvangst-test van de buitengegevens geslaagd is, gaat het DCF-torentje in
de linkerbovenhoek van het scherm knipperen. Dit geeft aan dat de klok een
radiosignaal ontdekt heeft en het probeert te ontvangen. Als de tijdcode ontvangen is
blijft het DCF-torentje permanent op het scherm staan.
DCF-RADIOGRAFISCHE TIJD
De tijdbasis voor de radiografisch bestuurde tijd is een Cesium Atomic Klok van het
Physikalisch Technische Bundesanstalt Braunschweig met een afwijking van minder dan een
seconden in één miljoen jaar. De tijd wordt gecodeerd uitgezonden vanuit Mainflingen bij
Frankfurt via het frekwentiesignaal DCF-77 (77.5 kHz) en heeft een zendbereik van ongeveer
1500 km. Het radiografisch bestuurde weerprojectiestation ontvangt dit signaal en zet het om
in de preciese zomer- of wintertijd.
De kwaliteit van de ontvangst hangt in sterke mate af van de geografische ligging. Normaliter
zouden er binnen een straal van 1500 km rondom Frankfurt geen ontvangstproblemen
mogen zijn.
DCF-ontvangst vindt tweemaal per dag plaats: om 02:00 uur en 03:00 uur 's morgens. Als
de ontvangst om 3:00 uur ´s morgens nog niet gelukt is, dan wordt een uur later nogmaals
89