• Tijdens het invoeren van data of nadat het invoeren van
data voltooid is, kunt u de
om door u ingevoerde data heen te bladeren. Als u het
meervoudig invoeren van dezelfde data m.b.v.
uitvoerde om de frequentie van de data (aantal data
items) te specificeren zoals hierboven beschreven, dan
worden zowel het data item als een apart scherm voor
de datafrequentie (Freq) getoond wanneer u door de data
bladert.
• U kunt dan zo nodig de data bewerken. Voer de nieuwe
waarde in en druk dan op de
te vervangen door nieuwe. Dat houdt ook in dat als u
een andere bewerking (berekening, oproepen van
resultaat van statistische berekening, enz.) wilt uitvoeren
dan dient u altijd eerst op de
datadisplay te verlaten.
• Door op de
veranderen van de waarde in de display wordt de
ingevoerde waarde geregistreerd als een nieuw data item
terwijl de oude waarde zo wordt gelaten.
• Een datawaarde die getoond wordt m.b.v. de
toetsen kan gewist worden door op de
drukken. Door een datawaarde te wissen worden alle
waarden die erop volgen één plaats doorgeschoven.
• Geregistreerde datawaarden worden gewoonlijk in het
rekengeheugen opgeslagen. De "Data Full (data vol)"
boodschap verschijnt en u kunt niet meer data invoeren
als er geen plaats meer over is in het geheugen om data
op te slaan. Mocht dit gebeuren druk dan op de
om het onderstaande scherm te verkrijgen.
Druk op de
zonder de zojuist ingevoerde waarde te registreren.
Druk op de
te registreren zonder hem in het geheugen op te slaan.
Mocht u dit echter doen dan kunt u de data die u heeft
ingevoerd niet meer tonen of bewerken.
• Druk op de
heeft ingevoerd.
S
toets te drukken i.p.v. op de
Ed i t OFF ESC
1
2
toets om het invoeren van data te verlaten
1
toets om de waarde die u zojuist invoerde
A U
toetsen om data te wissen die u net
[
]
en
=
toets om de oude data
t
toets te drukken om de
2
D-24
toetsen gebruiken
A G
=
toets na
[
A U
toetsen te
=
]
en
toets