6. Voor de eerste rit
Zorg ervoor dat het voertuig rijklaar en op u
ingesteld is.
Dit betekent:
• Positionering en bevestiging van zadel en
stuur
• Instelling van de remmen
• Bevestiging van de wielen in het frame en
in de voorvork
Laat stuur en stuurpen door de FLYER-dealer
op een voor u veilige en comfortabele positie
instellen.
Laat het zadel op een voor u veilige en comfor-
tabele positie instellen (zie Hfdst. 9.2).
Laat de remhendels door de FLYER-dealer op
zo'n manier instellen, dat ze altijd goed bereik-
baar zijn en dat u moeiteloos kunt remmen.
Leer de toewijzing van de remhendels aan de
voor- of achterrem: de linker remhendel werkt
meestal op de voorwielrem, de rechter rem-
hendel op de achterwielrem! Sommige rem-
men zijn voorzien van remkrachtbegrenzers
("modulators"). Dit onderdeel is bedoeld om
het overremmen en daarmee gevaarlijk blok-
keren van de wielen te voorkomen. Zorg ervoor
dat u vertrouwd raakt met de werking van deze
modulators op een veilig, verkeersvrij terrein,
voor u deelneemt aan het wegverkeer.
Voor u gaat rijden, moeten alle schroeven,
snelspanners, steekassen en belangrijke on-
derdelen gecontroleerd worden op een veilige
en juiste montage. Een tabel met belangrijke
schroefverbindingen en voorgeschreven aan-
haalmomenten vindt u in Hfdst. 21.2, aanwij-
zingen voor correct gebruik van snelspanners
en steekassen in Hfdst. 9.1.
Als u met klik-/systeempedalen rijdt:
Voer een functietest uit. Pedalen moeten pro-
bleemloos en gemakkelijk bewegen.
Controleer de luchtdruk in de banden. De in-
structies van de fabrikant, waar u niet over
of onder mag gaan, staan aan de zijkant van
de banden. Voor optimale rijeigenschappen,
pechbescherming, enz. rijdt u met de aange-
geven maximale druk. Overschrijd de aange-
geven maximale druk niet.
30 - 80 PSI (2.5-5.5 BAR)
Voorbeeld van drukweergave
Daarnaast moet u de volgende belangrijke on-
derdelen van uw E-bike controleren:
• Controleer of de accu goed vast zit.
• Controleer de laadtoestand van de accu,
zodat er voldoende voeding is voor de ge-
plande rit.
• Raak bekend met de werking van de ver-
schillende bedienelementen.
Gebruik uw FLYER alleen als het
frame u past. Let in het bijzon-
der op voldoende stapvrijheid.
U moet snel kunnen afstappen, zonder
het frame daarbij aan te raken. Bij on-
voldoende stapvrijheid kunnen ernstige
verwondingen ontstaan.
Let bij het opstappen op de
E-bike op dat uw FLYER bij in-
geschakelde
ondersteunings-
modus begint te rijden zodra u uw voet
op het pedaal zet! Zet bij het opstappen
geen voet op het pedaal. Trek eerst aan
een rem, want anders kan de onge-
bruikelijke duwkracht leiden tot vallen,
gevaarlijke situaties of ongevallen. Blijf
aan één kant van de FLYER staan en til
een been over het voertuig. Houd het
stuur daarbij bewust met beide handen
vast, nog beter dan u zou doen met een
gewone fiets. Denk er altijd aan de stan-
daard in te klappen voor u gaat rijden.
9