MONTAGEHANDLEIDING
SJORPUNTEN (ZK-MODULE) TWN 1471
De monteur moet zeker stellen dat
•
de gekozen inbouwsituatie en de frameconstructie voldoende en veilig
volgens de eisen zijn gedimensioneerd, zodat de op het sjoroog gemarkeerd e
sjorkrachten continu kunnen worden opgenomen,
•
de uitvoering van de lasnaden vakkundig in overeenstemming met EN ISO
15607, EN ISO 15609, EN ISO 15614 gebeurt.
•
aan de overige criteria van EN 12640 met betrekking tot de constructieve
vormgeving en aan het test-certificaat wordt voldaan.
•
een schuine stand van de zijdelingse coulisseplaat blijft binnen de toleranties
die in de volgende schets zijn aangegeven:
8.3
Lasprocédé MAG
#
Lasprocédé
Lasvoeg
Kwaliteitseis
Draadelektrode
Laspositie
Voorverwarming basismateriaal
Tussenlaag-temperatuur
Latere thermische behandeling
Positie
Draad- resp. elektroden-Ø
Lasstrom (=)
Polariteit aan de elektrode
Spanning
Inert gas ISO 14175; M21
Pendel- resp. tegenlassen
1)
Maar niet meer dan 20 °C onder de ontlaattemperatuur
8.4
Lichtboog handlassen
#
Lasprocédé
Lasvoeg
Kwaliteitseis
Draadelektrode
Laspositie
Voorverwarming basismateriaal
Tussenlaag-temperatuur
Latere thermische behandeling
Positie
Draad- resp. elektroden-Ø
Lasstrom (=)
Polariteit aan de elektrode
Spanning
Inert gas ISO 14175; M21
Pendel- resp. tegenlassen
2)
Opnieuw drogen volgens de instructies van de fabrikant
3)
Maar niet meer dan 20 °C onder de ontlaattemperatuur
THIELE GmbH & Co. KG
www.thiele.de | info@thiele.de
© Alle rechten voorbehouden
Metaal MAG-lassen (MAG) EN ISO 9606-1; Nr. 135
Volgens schets, rekening houdend met EN ISO 9692-1
Voor alle lagen volgens EN ISO 5817 - C
EN ISO 14341-A:2011: ISO 14341-A-G 46 4 M21 3Si1
Mogelijke alternatieven moeten worden geselecteerd en gecontroleerd door de lassupervisor ter plaatse.
#
EN ISO 9606-1: PA, PB, PC, PF
Uitvoering „N": 100 – 150 °C; Uitvoering „S": 150 – 200 °C
Uitvoering „N": max. 250 °C; Uitvoering „S": max. 300 °C
1)
Uitvoering „N": max. 400 °C
; Uitvoering „S": max. 250 °C,
als alternatief gebruik de veredelingslaagtechniek
Lasgrond
1 mm
130 – 200 A
(= +)
19 – 25 V
10 – 12 l/min
Tegenlassen
Lichtboog handlassen (E-Hand) EN ISO 9606-1; Nr. 111
Volgens schets, rekening houdend met EN ISO 9692-1
Voor alle lagen volgens EN ISO 5817 - C
EN ISO 2560 A:2010: min. ISO 2560-A-E 38 4 B 42 H5
Mogelijke alternatieven moeten worden geselecteerd en gecontroleerd door de lassupervisor ter plaatse.
#
EN ISO 9606-1: PA, PB, PC, PF
Uitvoering „N": 100 – 150 °C; Uitvoering „S": 150 – 200 °C
Uitvoering „N": max. 250 °C; Uitvoering „S": max. 300 °C
3)
Uitvoering „N": max. 400 °C
; Uitvoering „S": max. 250 °C,
als alternatief gebruik de veredelingslaagtechniek
Lasgrond
Deklaag
2,5 mm
3,2 mm
80 – 110 A
100 – 140 A
(= +)
(= +)
-
-
-
-
Tegenlassen
Tegenlassen
#
#
#
#
#
Deklaag
1,2 mm
135 – 290 A
(= +)
19 – 32 V
12 – 14 l/min
Tegenlassen
#
#
2) #
#
#
#
Alternatieve deklaag
4,0 mm
130 – 180 A
(= +)
-
-
Tegenlassen
B09597-F
NL 08.2021
#
Veredelingslaag
1 of 1,2 mm
Zie lasgrond of deklaag.
Noot: De afgeschrikte en
getemperde laag mag alleen op
het lasmetaal worden
aangebracht. Contact met het
basismetaal moet worden
vermeden.
#
Veredelingslaag
2,5 of 3,2 of 4,0 mm
Zie lasgrond of deklaag.
Noot: De afgeschrikte en
getemperde laag mag alleen op het
lasmetaal worden aangebracht.
Contact met het basismetaal moet
worden vermeden.
# geeft veranderingen aan
in plaats van B09597-E
3 | 4