MONTAGEHANDLEIDING
SJORPUNTEN (ZK-MODULE) TWN 1471
6
GEBRUIK
Voor gebruik wordt het sjoroog uit de onderste rustpositie naar boven getrokken,
zodat de beide astappen aan de zijkanten van het sjoroog in het bovenste deel van
de coulisseplaten rusten.
In deze positie kan dan het sjoroog om de astappen worden gezwenkt, zodat het
zich in overeenstemming met het eraan gehangen sjormiddel richt t.o.v. de vast te
sjorren last.
Het sjoroog mag van alle kanten binnen het toegelaten zwenkbereik met de
maximale sjorkracht worden belast.
Een ZK-module moet zoveel mogelijk met maar één sjormiddel worden gebruikt.
Mochten er twee sjormiddelen aan één ZK-module zijn bevestigd, dan mag de
resulterende kracht de toegestane maximale belasting van het sjoroog niet
overschrijden. Beide sjormiddelen mogen elkaar dan binnen het sjoroog niet
wederzijds beïnvloeden c.q. raken.
7
AFMETING
Uitvoering LC 5 000 daN:
Uitvoering LC 10 000 daN:
8
MONTAGE
8.1
Algemeen
#
Overtuig u ervan, dat alle in te bouwen onderdelen in onberispelijke staat verkeren.
Controleer, dat de onderdelen op de te verwachten belastingen zijn berekend.
THIELE GmbH & Co. KG
www.thiele.de | info@thiele.de
© Alle rechten voorbehouden
Het sjoroog kan tot de inbouw van de cassette in het
voertuigframe uit de cassette worden verwijderd.
Let daarom op de correcte positionering van het
sjoroog in de cassette bij de definitieve inbouw.
Het sjoroog is correct gepositioneerd, als het opschrift
ervan van de achterplaat is afgewend c.q. naar de
buitenkant van het voertuig is gericht.
De
uitsnijding
in
overeenstemming met de cassette-breedte (107 c.q.
137 mm) zo gekozen worden, dat de cassette in het
frame past en er een zuivere grondnaad met de
coullisseplaat wordt geproduceerd.
Het profiel van de cassette dat naar voren open is, moet door het voertuigframe
zover afgesloten worden dat het verwijderen van het sjoroog na het inbouwen wordt
uitgesloten. Dit wordt bereikt door een opening, die volgens de tekening hiernaast
de maat A niet overschrijdt.
Uitvoering LC 5 000 daN:
Uitvoering LC 10 000 daN:
De tekeningen in hoffdstuk 9.2 tonen de minimaal vereiste hoeklasnaden (geel
#
gemarkeerd).
8.2
Lasinstructies
Materialen van de lashing cassette voor uitvoering „N": S700MC
Materialen van de lashing cassette voor uitvoering „S": S690QL
Materiaal van het laspunt: S235, S355, fijnkorrelige plaat of vergelijkbaar
De volgende algemene lasnormen en voorschriften moete n in acht worden
genomen:
• EN ISO 2560
• EN ISO 14341
• ISO 3834-2
• EN 1011-1, 2
• EN ISO 9606-1
• DVS 0702-1 / 0711 Folder - Eisen aan bediening en personeel
• SEW 088
Lassen is
alleen toegestaan
overeenstemming met de kwalificatie volgens EN ISO 9606-1.
Zorg ervoor dat de lasoppervlakken effen, droog, vrij van roest, verf en
onzuiverheden en geschikt voor het lassen zijn (C-gehalte ≤ 0,30 %).
Lasnaaddiktes-adviezen:
Buitenkant: a=3,5
De
grondstof
van
lastoevoegingsmaterialen en lasenergieën zo worden gekozen, dat er geen
verzwakking van de coulisseplaten optreedt en er een kerftaaiheid van minstens 40 J
bij -20 °C wordt bereikt.
De verantwoordelijke lastoezichthouder ter plaatse is verantwoordelijk voor de
correcte instelling van de lasstroom met inachtneming van de verschillende
#
lasposities.
Een procedurecontrole wordt aanbevolen om de gekozen instellingen te
#
bevestigen.
B09597-F
NL 08.2021
het
langsprofiel
moet
in
A
= 50 mm
max.
A
= 60 mm
max.
#
Lastoevoegmaterialen – Afgedekte elektroden voor manueel
handmatig booglassen
Draadelektroden en lasmateriaal voor metaal gasdicht lassen
Kwaliteitseisen voor het smeltlassen van
metaalachtige materialen
Aanbevelingen voor het lassen van metaalhoudend
materialen
Testen van lassers
Asbaar ongelegeerd en laaggelegeerd staal –
#
Aanbevelingen voor de verwerking
door opgeleid
en bevoegd personeel in
Binnenkant: a=5
het
frame
in
aanmerking
nemend
# geeft veranderingen aan
#
moeten
de
in plaats van B09597-E
2 | 4