Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Snel Beginnen - Behringer ULTRADRIVE PRO DCX2496 Gebruiksaanwijzing

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTRADRIVE PRO DCX2496:
Inhoudsopgave

Advertenties

6
ULTRADRIVE PRO DCX2496 Gebruiksaanwijzing
(24) Op de symmetrische XLR-ingangsbussen A, B en C worden de
ingangssignalen aangesloten. Werkt u met een digitaal AES/EBU-
ingangssignaal, gebruik dan alstublieft alleen ingang A. Ingang C is
naar keus te gebruiken als aansluiting voor een line-signaal of van een
meetmicrofoon. Heeft u in het SETUP-menu de AUTO ALIGN-functie
geactiveerd (zie par. 4.2.2), dan wordt de ingang C automatisch op
microfoonsignaal geschakeld. Bovendien wordt de fantoomvoeding voor de
aan te sluiten meetmicrofoon geactiveerd.

3. Snel Beginnen

Om u de mogelijkheid te geven, direct met de zojuist door u aangekochte
DCX2496 te beginnen, hebben we dit hoofdstuk voor de ongeduldigen onder
u geschreven. Hier beschrijven we, hoe u zich met een paar handgrepen van
de enorme veelzijdigheid en de intuïtieve bediening van de DCX2496 kunt
overtuigen. Desalniettemin dient dit hoofdstuk slechts als vertrekpunt voor meer
uitstapjes. Leest u daarom alstublieft de gehele gebruiksaanwijzing door, zodat u
alles uit de functies van de DCX2496 kunt halen wat erin zit.
De volgende zes paragrafen (3.1 tot en met 3.6) dient u achter elkaar door te
werken. Dus, aan het werk!
3.1 Uitgangsconfiguratie selecteren
Afb. 3.1: Setup ➠ In/Out
Druk op de SETUP-toets, om in het SETUP-menu te komen. Hier moet u op de
eerste menu-pagina een uitgangsconfiguratie (OUT CONFIGURATION) kiezen,
die bepaalt namelijk, welke uitgangen voor welk frequentiebereik worden
gebruikt. Er zijn één mono- en drie stereoconfiguraties.
De monoconfiguratie biedt de mogelijkheid, het ingangssignaal in zes
verschillende frequentiebereiken op te delen. De stereoconfiguraties bieden
maximaal drie verschillende frequentiebereiken per stereokant. De afkortingen
L, M en H staan voor Low-, Mid- en High-speaker. Meer uitleg hierover vindt u in
paragraaf 4.2.1 "IN/OUT".
3.2 Het bepalen van de x-over-frequenties
Afb. 3.2: Out ➠ X-Over Points
Om de uitgangskanalen aan gescheiden frequentiebanden toe te wijzen,
dient u eerst voor elk kanaal de zogenaamde Crossover-frequenties (X-OVER)
definiëren. Deze bepalen de bovenste en onderste grens van een frequentieband,
waardoor alle uitgangen exact van elkaar gescheiden kunnen worden.
Druk hiervoor per kanaal op de desbetreffende OUT-toets (1-6) en roep met de
PAGE-toetsen menupagina 2/8 op. Met de parameters FREQ en TYPE kunt u voor
elke flank de grensfrequentie bepalen en bovendien de gewenste filtertypes
selecteren. Als bij de parameter X-OVER ADJUST MODE de instelling "LINK"
geselecteerd staat, worden naburige frequentie bereiken bij verandering van
de grensfrequentie mee verschoven. Meer hierover vindt u in paragraaf 4.5.2
"X-OVER POINTS".
3.3 Stilschakelen van de in- en
uitgangska-nalen (Mute)
Afb. 3.3: Mute ➠ Select
Met een druk op de MUTE-toets komt u in het MUTE-menu, waarin de in- en
uitgangen van de DCX2496 stilgeschakeld kunnen worden. Op deze pagina
kunnen individuele kanalen direct door een druk op de betreffende kanaaltoets
(IN A/B/C en OUT 1-6) of alle in- c.q. uitgangen met behulp van de PARAM- en
OK- c.q. CANCEL-toetsen stil- of niet-stilgeschakeld (gemute of gedemute)
worden. Dat biedt de mogelijkheid elke frequentieband los, of alleen met de
naburige band samen af te luisteren, zodat dit geïsoleerde bereik optimaal
bewerkt kan worden. Om het MUTE-menu te verlaten, drukt u nog een keer op
de MUTE-toets. Meer informatie vindt u in paragraaf 4.6 "Het MUTE-menu".
3.4 Opslag van presets (Store)
Afb.: 3.4: Store ➠ Internal/Card
Om Presets op te slaan drukt u op de STORE-toets. In dit menu kunt u kiezen voor
opslag in het interne geheugen (INT) of op een PC-kaart (CARD). Meer uitleg over
STORE vindt u in paragraaf 4.8 "Het STORE-menu".
3.5 Oproepen van presets (Recall)
Afb. 3.5: Recall ➠ Internal/Card
Druk op de RECALL-toets, om Presets uit het interne geheugen of van een
geheugenkaart te laden. Kies voor INT (intern) of CARD (PCMCIA-geheugenkaart)
en selecteer de Preset die u wilt oproepen. Als extraatje hebben we een aantal
typische standaard-Presets voor u ingeprogrammeerd, die als basis voor uw
eigen toepassingen kunnen dienen. Meer informatie hierover vindt u in paragraaf
4.7 "Het RECALL-menu".
3.6 Fabrieks-presets herstellen
Om de fabrieks-Presets van de ULTRADRIVE PRO weer te herstellen, houdt u de
twee PAGE-toetsen aan de voorkant lang ingedrukt en zet tegelijk het apparaat
aan. Er verschijnt nu uit veiligheidoverwegingen een vraag om bevestiging,
waarbij u de procedure kunt bevestigen (OK) of annuleren (CANCEL). Als u voor
OK kiest, dan wordt het interne geheugen gewist, alleen de fabrieks-Presets
blijven over.
Let op! Alle door u uitgevoerde bewerkingen en Presets worden door
deze procedure onher-roepelijk gewist.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave