Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Behringer ULTRADRIVE PRO DCX2496 Gebruiksaanwijzing pagina 15

Verberg thumbnails Zie ook voor ULTRADRIVE PRO DCX2496:
Inhoudsopgave

Advertenties

15
ULTRADRIVE PRO DCX2496 Gebruiksaanwijzing
Bij de OUT 1(-6) GAIN-parameter regelt u het geluidsvolume van het
betreffende uitgangskanaal (ook voor de EQ's, DYNAMIC EQ's etc.). Het bereik
gaat ook hier van -15 tot +15 dB. Let bij de instelling van de uitgangsniveau's,
net als bij de ingangen, op een passende uitsturing om digitale vervormingen
tegen te gaan.
Bij de derde parameter OUT 1-6-NAME kunt u bepaalde beschrijvingen aan
de uitgangen toekennen. In tegenstelling tot de ingangen van de DCX2496
is het hier niet mogelijk losse letters in te voeren. U kunt alleen vaststaande
beschrijvingen uit een lijst kiezen (bijv. LEFT LOW-MID, RIGHT HI-MID,
SUBWOOFER etc.). Afhankelijk van de gekozen uitgang en de uitgangs-
configuratie (bijv. LMHLMH) wordt er al automatisch een beschrijving toegekend.
Maar deze kunt u naderhand veranderen, door met het datawheel een andere
naam uit de lijst te selecteren.
Uitgangs-
OUT 1
OUT 2
configuratie
LMHL MH
Left Lowe
Left Mid
LLMMHH
Left Low
Right Low
L HL HLH
Left Low
Left Hi
MONO
Sub-woofer
Low
Tab. 4.4: Vooringestelde beschrijving van de uitgangen afhankelijk van de uitgangsconfiguratie
4.5.2 X-OVER POINTS
Op deze pagina worden de grensfrequenties en filtercurves van de elke
uitgang apart gedefinieerd. Deze worden voor één stereokant over het hele
frequentiebereik schematisch weergegeven. Met de OUT-toetsen 1-6 bepaalt
u over welke uitgang het gaat. Er verschijnt dan een kader om het gekozen
OUT-nummer in het display.
Afb. 4.39: Out 5 ➠ X-Over Points
Om het curvetype van de onderste (linker) flank te bepalen, gebruikt u de
parameter TYPE links boven in het display. Om de bovenste (rechter) flank
te bepalen, gebruikt u de parameter TYPE rechts boven in het display.
Beide parameters zijn voorzien van een curvesymbool.
U kunt hier tussen drie verschillende filtertypes kiezen:
1. Butterworth (met naar keus 6, 12, 18, 24 of 48 dB octaaf flankstijlheid)
2. Bessel (met naar keus 12 of 24 dB/octaaf flankstijlheid)
3. Linkwitz-Riley (met naar keus 12, 24 of 48 dB/octaaf flankstijlheid)
Bij steile flanken vermindert ook het totale aantal filters (zie EQ-pagina
3/6 indicatie >FREE<). Per 12 dB toename van de steilheid verliest u ca.
één tot twee EQ's.
Bij de parameter FREQ links boven in het display selecteert u de onderste (linker)
grensfrequentie van een uitgang. Met dezelfde parameter aan de rechter kant
bepaalt u de bovenste (rechter) grensfrequentie. Ook deze parameters zijn van
een curvesymbool voorzien.
De X-OVER ADJUST MODE geeft u de mogelijkheid, in de instelling "FREE"
alle TYPE- en FREQ-indicaties gescheiden door te voeren. In de instelling
"LINK" worden X-Over-filters van naburige uitgangen gekoppeld. De waarden
blijven behouden, worden echter bij het verschuiven proportioneel
meeveranderd. Wanneer u nu bij wijze van test in de LMHLMH-configuratie
de bovenste grensfrequentie van OUT 1 verschuift, beweegt de onderste,
zelfde grensfrequentie van OUT 2 mee.
OUT 3
OUT 4
OUT 5
OUT 6
Left Hi
Right Low
Right Mid
Right Hi
Left Mid
Right Mid
Left Hi
Right Hi
Center Low
Center Hi
Right Low
Right Hi
Low-Mid
Mid
Hi-Mid
Alle volgende pagina's 3/8 tot 5/8 (EQ, DYNAMIC EQ (FILTER) en DYNAMIC
EQ (DYNAMICS)) komen voor 100% overeen met de IN-pagina's
3/5 tot 5/5!
4.5.3 LIMITER
Ter bescherming van de aangesloten eindtrappen en luidsprekers heeft de
ULTRADRIVE PRO DCX2496 voor elk van de zes uitgangen een Limiter, waarmee u
gevaarlijke niveaupieken kunt onderdrukken.
Afb. 4.40: Out 5 ➠ Limiter
Met de parameter LIMITER schakelt u de functie in of uit (ON/OFF).
De bijbehorende THRESHOLD-parameter bepaalt – net als bij de DYNAMIC EQ
– de begindrempel van de LIMITER's (-24 tot 0 dB). RELEASE bepaalt de
Hi
teruglooptijd tussen het onder de THRESHOLD-waarde geraken en het
uitschakelen van de LIMITER-functie (20 tot 4000 ms).
4.5.4 POLARITY/PHASE
Mochten er bij de uitgangen fasefouten optreden (het opheffen c.q. verdwijnen
van bepaalde frequentiebereiken), dan kunt u deze hier bijwerken.
Afb. 4.41: Out 5 ➠ Polarity/Phase
De POLARITY-parameter bepaalt, of de fase van een uitgangssignaal gedraaid
(INVERTED) of niet gedraaid wordt (NORMAL) – dus alsof u de polen van een
luidspreker zou omdraaien. Bij de PHASE-parameter heeft u de mogelijkheid,
de fasepositie van de bovenste X-OVER-grensfrequentie van de momenteel
geselecteerde uitgang exact in te stellen. Deze fijninstelling is nodig als twee
uitgangssignalen niet exact 0° zijn of 180° tegenover elkaar zijn verschoven.
4.5.5 DELAY
Afb. 4.42: Out 5 ➠ Delay
Bij de DLY-parameter links boven in het display kunt u de DELAY-functie
activeren of deactiveren (ON/OFF). Met de LINK-functie kunnen meerdere
uitgangs-DELAY's met elkaar gekoppeld worden, zodat er bijv. nog maar één
DELAY voor een hele luidsprekertoren hoeft te worden geregeld. Dit heeft
wel uitsluitend betrekking op de LONG DELAY-waarden. SHORT DELAY-
waarden kunnen onafhankelijk van de LINK-functie apart worden ingesteld.
Deze kunnen alleen in het SETUP-menu (pagina 1/6) met de parameter OUT
STEREO LINK met elkaar gekoppeld worden.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave