Waterpilot FMX21
Aansluitspecificaties in de explosiegevaarlijke omgeving
Zie relevante XA.
6.2
Voedingsspanning
WAARSCHUWING
L
Voedingsspanning kan zijn aangesloten!
Risico van elektrische schokken en/of explosie!
‣
Indien het meetinstrument in explosiegevaarlijke omgeving wordt gebruikt, moet de
installatie voldoen aan de geldende nationale normen en regelgeving en de
veiligheidsinstructies.
‣
Alle informatie betreffende de explosieveiligheid is opgenomen in afzonderlijke
documentatie en beschikbaar op aanvraag. De Ex-documentatie wordt standaard geleverd
met alle instrumenten die zijn goedgekeurd voor gebruik in explosiegevaarlijke omgeving.
6.2.1
FMX21 + Pt100 (optie)
• 10,5 tot 35 V (explosieveilige omgeving)
• 10,5 tot 30 V (explosiegevaarlijke omgeving)
6.2.2
TMT181 temperatuurkoptransmitter (optie) voor FMX21 4 tot 20 mA analoog
8 tot 35 V DC
6.3
Kabelspecificaties
Endress+Hauser adviseert gebruik te maken van getwiste, afgeschermde tweedraads kabels.
De sondekabels zijn afgeschermd voor instrumentuitvoeringen met buitendiameter 22
mm (0.87 in) en 42 mm (1.65 in).
6.3.1
FMX21 + Pt100 (optie)
• In de handel verkrijgbare instrumentkabel
• Klemmen, klemmenbox: 0,08 tot 2,5 mm
6.3.2
TMT181 temperatuurkoptransmitter (optie) voor FMX21 4 tot 20 mA analoog
• In de handel verkrijgbare instrumentkabel
• Klemmen, klemmenbox: 0,08 tot 2,5 mm
• Transmitter aansluiting: max. 1,75 mm
6.4
Opgenomen vermogen
6.4.1
FMX21 + Pt100 (optie)
• ≤ 0,805 W bij 35 V DC (explosieveilige omgeving)
• ≤ 0,690 W bij 30 V DC (explosiegevaarlijke omgeving)
6.4.2
TMT181 temperatuurkoptransmitter (optie) voor FMX21 4 tot 20 mA analoog
≤ 0,875 W bij 35 V DC
Endress+Hauser
2
(28 tot 14 AWG)
2
(28 tot 14 AWG)
2
(15 AWG)
Elektrische aansluiting
27