2.
Druk op de knop Menu.
3.
Gebruik de drie functieknoppen om te navigeren, te selecteren en menukeuzes aan te passen. De
knoplabels op het scherm zijn afhankelijk van het menu of submenu dat actief is.
De volgende tabel vermeldt de mogelijke menukeuzes in het hoofdmenu van het schermmenu. Deze bevat
beschrijvingen voor elke instelling en de effecten daarvan op het uiterlijk of de prestaties van de monitor.
Tabel 2-1
Schermmenuopties en beschrijvingen
Hoofdmenu
Helderheid+
Kleur
Beeld
Ingangssignaal
Energie
Menu
Beheer
Informatie
Afsluiten
De functieknoppen van het schermmenu gebruiken
De functieknoppen bieden handige acties en u kunt ze, op één na, allemaal aanpassen om ze nog nuttiger te
maken.
OPMERKING:
Voor informatie over het wijzigen van de functie van de knoppen, raadpleegt u
toewijzen op pagina
Tabel 2-2
Knopnamen en -beschrijvingen
Knop
(1)
Knop
Menu
(2)
Knop
Helderheid
Toewijsbare functieknop
Beschrijving
Hiermee past u de helderheid van het scherm aan. De fabrieksinstelling is 65.
Hiermee selecteert u de schermkleur en past u deze aan.
Hiermee past u het beeld op het scherm aan.
Hiermee selecteert u het video-invoersignaal.
Hiermee past u de energie-instellingen aan.
Hiermee past u het schermmenu aan en selecteert u in welke taal het schermmenu weergegeven (de
fabrieksinstelling is Engels).
Hiermee zet u de DDC/CI-instellingen en alle instellingen van het schermmenu terug naar de
standaardinstellingen.
Biedt informatie over de monitor, zoals optimale weergavemodus, energiemodus en serienummer.
Hiermee sluit u het schermmenu.
De acties van de functieknoppen zijn niet bij alle monitormodellen dezelfde.
20.
Beschrijving
Hiermee opent u het schermmenu, selecteert u een menu-item in het schermmenu of sluit u het
Schermmenu.
Hiermee past u de helderheid van de monitor aan.
De functieknoppen van het schermmenu gebruiken
De functieknoppen opnieuw
19