Inhoudsopgave
Advertenties
Dictaten automatisch verwijderen:
1
Tik op Instellingen in de dicteer-app.
2
Tik op Audio-instellingen.
3
Tik in het submenu Dictaten verwijderen op
Tijdsinterval verwijderingen.
4
Selecteer een interval waarbij uw dictaten verwijderd
moeten worden.
Een dictaat bewerken
Opname invoegen, overschrijven of
toevoegen
Invoegmodus: Voeg extra opnames in zonder het
bestaande dictaat te overschrijven.
Overschrijfmodus: Overschrijf een gedeelte van een
eerdere opname op ieder punt binnen het dictaat.
Toevoegmodus: Voeg extra opnames toe na een
bestaand dictaat.
1
Tik op de groene markering op de audiobalk en sleep
deze naar links of rechts naar de gewenste positie
van de opname.
2
Tik op
.
3
Selecteer Invoegen, Overschrijven of Toevoegen.
Indexmarkeringen toevoegen
Gebruik één of meer indexmarkeringen om bepaalde
punten in een opname als referentiepunt te markeren.
Opmerking
• Er kunnen maximaal 32 indexmarkeringen per dictaat
worden ingesteld.
Een indexmarkering toevoegen:
1
Spoel terug of spoel snel vooruit naar het gedeelte
van uw opname waar u een indexmarkering wilt
invoegen.
2
Tik in de afspeelmodus of stopmodus op het
pictogram voor indexmarkering
X Het indexcijfer wordt één seconde weergegeven.
Wacht één seconde voordat u meer
indexmarkeringen toevoegt.
30
Philips dicteerrecorder-app
.
Een indexmarkering selecteren:
Voordat u een indexmarkering selecteert, zorgt u ervoor
dat de stopmodus is ingeschakeld.
U heeft verschillende opties om een indexmarkering te
selecteren:
• Tik op een indexmarkering op de audiobalk.
• Tik op de groene markering op de audiobalk, houd
deze vast en sleep hem naar links of rechts naar de
gewenste indexmarkering.
• Druk op de volume omhoog- of volume omlaag-
knop om tussen de volgende indexmarkeringen te
schakelen.
Een indexmarkering verwijderen:
1
Selecteer een indexmarkering.
X Het pictogram voor indexmarkering wordt rood
2
Tik op het rode pictogram voor indexmarkering
X Het pop-upvenster Indexmarkering verwijderen
wordt weergegeven.
3
Tik op Ja.
Sleutelwoorden toevoegen
Voeg verschillende sleutelwoorden toe aan iedere
opname, bijvoorbeeld de naam van de auteur, een
werktype, of attributen. Deze sleutelwoorden kunnen u
helpen bij het identificeren en toewijzen van opnames in
uw workflowoplossing, bijvoorbeeld Philips SpeechExec
software of SpeechLive.
Opmerking
• Voordat u sleutelwoorden aan een opname toevoegt,
moet u ze eerst instellen.
1
2
3
4
Auteurnaam
1
Werktype
2
Categorie
3
Streepjescode
4
.
.
Advertenties
Inhoudsopgave
