Bediening
3.1.5
In- & uitschakelen van de terminal BCT20
Hoofdschakelaar
3.1.6
Functies selecteren
Functietoetsen
vooruit / omhoog
Functietoetsen
terug / omlaag
3.1.7
Instellingen wijzigen
Draai- & druktoets
201803 nl
Het in- en uitschakelen van de terminal vindt plaats door op de
hoofdschakelaar te drukken. Door eenmaal te drukken wordt het
apparaat ingeschakeld en door nogmaals kort te drukken wordt het
weer uitgeschakeld. Na het inschakelen van de terminal wordt direct
het eerste menu "Rijden op de openbare weg" weergegeven.
Door op de "Functietoetsen vooruit / omhoog" en de "Functietoetsen
terug / omlaag" te drukken, wordt de telkens boven deze toetsen
weergegeven functie bediend. De functie wordt uitgevoerd zolang de
toets wordt ingedrukt. Zolang de toets wordt ingedrukt, brandt de led
van de toets.
Speciale functies daarbij zijn de transportbodem en de pick-up
(silagewagen). Deze worden in de volgende paragrafen uitgelegd.
De draai- & druktoets wordt gebruikt om instellingen te wijzigen.
Als men zich in het betreffende instelscherm bevindt,
wordt het kader door te draaien naar het in te stellen
bereik verschoven. Door eenmaal te drukken begint het
kader te knipperen. Terwijl het kader knippert, wordt
door te draaien de gewenste instelling uitgevoerd. Nadat
de instelling is uitgevoerd, stopt het kader met knipperen
door ofwel op de draai-/druktoets te drukken ofwel
automatisch na twee seconden. De instelling voor de
waarde is automatisch opgeslagen en het kader kan
worden verschoven naar het volgende veld dat moet
worden ingesteld.
- 18 -