Hoofdstukken, subhoofdstukken en paragrafen staan daarbij tussen aanhalingstekens. Voorbeeld: De contactgegevens van de firma BERGMANN staan in het hoofdstuk "Contactgegevens en contactpersonen". Het paginanummer van het betreffende hoofdstuk, subhoofdstuk of van de paragraaf is te vinden in de inhoudsopgave of in het zaakregister.
Algemeen 1.9.3 Weergave van waarschuwingen m.b.t. handelingen 1.9.3.1 Opbouw van de waarschuwingen SIGNAALWOORD! Soort en bron van het gevaar. Mogelijk(e) gevolg(en) van het gevaar. Maatregelen om het gevaar af te wenden. 1.9.3.2 Signaalwoorden en kleurgeving GEVAAR! Het signaalwoord "Gevaar" duidt een gevaar aan met een hoge risicograad. Als het gevaar niet wordt vermeden, is de dood of ernstig letsel het gevolg.
Fabrikant Ludwig Bergmann GmbH Bedieningselementen zijn onderdelen van de besturing die ingangssignalen van de bediener registreren. Deze vinden meestal door hand- of voetbediening plaats. Er zijn talrijke verschillende bedieningselementen, zoals druktoetsen,...
Veiligheid Veiligheid In dit hoofdstuk staan belangrijke aanwijzingen voor de exploitant en de bediener om de machine veilig en zonder storingen te kunnen gebruiken. AANWIJZING Neem alle veiligheidsaanwijzingen in deze bedieningshandleiding en in de aanvullende documenten in acht! De meeste ongevallen gebeuren doordat de eenvoudigste veiligheidsbepalingen niet in acht worden genomen.
Veiligheid Fundamentele veiligheidsaanwijzingen Fundamentele veiligheidsaanwijzingen gelden in principe voor een veilig gebruik van de machine en zijn in de volgende paragrafen samengevat. AANWIJZING Veronachtzaming van de veiligheidsaanwijzingen kan gevaar voor personen, milieu en materiaal tot gevolg hebben. Neem naast de fundamentele veiligheidsaanwijzingen eveneens de in de andere hoofdstukken van deze bedieningshandleiding vermelde speciale veiligheidsaanwijzingen alsmede de machinespecifieke veiligheidsaanwijzingen in acht.
Bediening Bediening Het hoofdstuk "Bediening" bevat informatie over de mogelijke machinebesturingen. Hierin worden de afzonderlijke functies, de hantering en de handelwijze voor het bedienen van de machine d.m.v. de terminal beschreven. De in de bedieningshandleiding vermelde componenten en machinefuncties kunnen afwijken van de standaarduitrusting van de machine en zijn gedeeltelijk optioneel leverbaar als speciale uitrusting.
Bediening Terminal BCT20 De bediening van de hydraulische functies vindt plaats via de terminal BCT20. De terminal wordt gekenmerkt door: AAN-UIT voor terminal, draai-/druktoets, ergonomische indeling van de toetsen, folietoetsenbord met achtergrondverlichting, display met achtergrondverlichting, vrij programmeerbare volgordebesturing van afzonderlijke functies, laadteller, een groot aantal functies.
Bediening 3.1.2 Montage van de terminal BCT20 AANWIJZING De terminal moet in het zicht en binnen handbereik van de bestuurder worden gemonteerd, zodat hij goed leesbaar en bedienbaar is. De terminal mag daarbij niet het zicht op de bedieningsapparaten van de tractor en het zicht naar buiten belemmeren.
(bijv. in bochten) niet tegen vreemde delen kunnen schuren, niet spannen, niet knellen, niet knikken of wrijven. 3.1.3.1 Aansluitschema van de terminal BCT20 Afb. 4: Aansluitschema van de terminal BCT20 18-14-0709-BTA Pos. Aanduiding...
Bus / CAN, M12, 8-polig Aansluiting: 3.1.3.1.2 Voedingskabel van de terminal BCT20 Verbind de aansluitingen van de voedingskabel (Afb. 4 / pos. 4) met de overeenkomstige aansluitingen van de kabelboom en van de stroomvoorziening op de tractor met inachtneming van de volgende gegevens:...
Bediening 3.1.4 Bedieningsinterface van de terminal BCT20 Afb. 5: Bedieningsinterface BCT20 B10-0233-BTA_20170329 Hoofdschakelaar Terminal in- resp. uitschakelen Display Weergave van het menu met de betreffende functies Lichtsensor Regelt de achtergrondverlichting. Geeft bijv. "FULL" of "Transportbodemstop" aan Claxon (in combinatie met het lampje).
Pagina 17
Bediening Programmeerbare volgorde van verschillende functies Vasthouden toets: Functies worden Functiegeheugen "A" uitgevoerd. Loslaten van de toets: Stopt de functievolgorde. Opnieuw vasthouden van de toets binnen 2 seconden: Laat functies verder lopen. Opnieuw vasthouden van de toets na 2 seconden: Laat functies opnieuw starten van voren af aan.
Bediening 3.1.5 In- & uitschakelen van de terminal BCT20 Het in- en uitschakelen van de terminal vindt plaats door op de hoofdschakelaar te drukken. Door eenmaal te drukken wordt het Hoofdschakelaar apparaat ingeschakeld en door nogmaals kort te drukken wordt het weer uitgeschakeld.
Bediening 3.1.8 Display van de terminal BCT20 Het display bestaat uit de volgende delen: Menu Functieblok Afb. 6: Display Om tussen de menu's te navigeren en om de functieblokken binnen het menu te wisselen, moet u als volgt te werk gaan: Met de toetsen "Menu vooruit / omhoog"...
Bediening 3.1.9.1 Menu 1/4: Rijden op de openbare weg Menu 1/4 / functieblok 1: Werklamp III / zwaailicht 3.1.9.2 Menu 2/4: Lossen Menu 2/4 / functieblok 1: Omhoog brengen Pick-up Vlotterstand: Toets één keer kort indrukken Omhoog brengen Dissel Laten zakken Transportbodem permanent inschakelen De led brandt bij ingeschakelde transportbodem.
Pagina 21
Bediening Menu 2/4 / functieblok 2: Licht VI Licht III Licht II Licht I Menu 2/4 / functieblok 3: Voorwand volledig laadruimte Terug gezwenkt. Onderste deel voorwand Voorwand volledig richting tractor Vooruit 100%: gezwenkt. Omhoog brengen Bovenste deel voorwand Laten zakken - 21 - 201803 nl...
Bediening Menu 3/4 / functieblok 3: Totale tijd Totaal aantal ladingen Totaal geleverd volume Totale laadtijd 3.1.9.4 Menu 4/4: Laden Menu 4/4 / functieblok 1: Snijwerk volledig ingezwenkt Omhoog brengen Snijwerk niet volledig ingezwenkt Laten zakken Snijwerk volledig uitgezwenkt Omhoog brengen Dissel Laten zakken Transportbodem permanent inschakelen...
Pagina 24
Bediening Menu 4/4 / functieblok 2: Licht VI Licht III Licht II Licht I Menu 4/4 / functieblok 3: Voorwand volledig laadruimte Terug gezwenkt. Onderste deel voorwand Voorwand volledig richting tractor Vooruit 100%: gezwenkt. Omhoog brengen Bovenste deel voorwand Laten zakken 201803 nl - 24 -...
Bediening 3.1.10 Snelstart met terminal BCT20 Terminal inschakelen Hoofdschakelaar indrukken 2/4: Lossen Menu selecteren 4/4: Laden Neem het toerental in acht afhankelijk van uitrusting en Aftakas inschakelen type! Olievoorziening inschakelen Niet nodig bij Load-Sensing! Functie selecteren bijv. pick-up laten zakken enz.
Bediening 3.1.11 Transportbodem verstellen De transportbodem beschikt over diverse verstelmogelijkheden. De draai- & druktoets wordt gebruikt om instellingen en waarden te wijzigen. Door te draaien wordt er een submenu geopend waarin de transportbodem versteld kan worden. Met de "Omschakeltoets" wisselt u bij geopend submenu tussen de submenu's. Afhankelijk van de uitrusting van de machine zijn er maximaal vier submenu's mogelijk.
Pagina 27
Bediening Submenu 1: Handmatige instelling Staafdiagram Geeft de actueel ingestelde waarde grafisch weer. actuele waarde waarde waarmee Actuele waarde transportbodem loopt resp. - als hij niet is ingeschakeld - bij (bijv. 30%) het eerstvolgende starten mee begint. Startwaarde Bij het uitschakelen van de transportbodem wordt de (bijv.
Pagina 28
Bediening Submenu 2: Regeling van de transportbodemsnelheid Staafdiagram Geeft de actueel ingestelde waarde grafisch weer. actuele waarde waarde waarmee Actuele waarde transportbodem loopt resp. - als hij niet is ingeschakeld - bij (bijv. 1,00 m/min) het eerstvolgende starten mee begint. Startwaarde Bij het uitschakelen van de transportbodem wordt de (bijv.
Bediening 3.1.12 Stuuras blokkeren en deblokkeren Bedienen van de stuurasfuncties Toets één keer kort indrukken Deblokkeren: (gedeblokkeerd: rode led gaat aan) Stuuras blokkeren / deblokkeren Toets één keer kort indrukken (knipperende led: besturing sluit Blokkeren: stuuras, geblokkeerd: rode led uit) Bij oudere machines kan het bij het blokkeren van de stuuras nodig zijn dat de toets "Stuuras blokkeren / deblokkeren"...
Bediening 3.1.13 Functiegeheugen A + B Met de twee geheugentoetsen "Functiegeheugen A" en "Functiegeheugen B" kunnen functieprocessen worden geprogrammeerd. De opgeslagen processen van het functiegeheugen "A" en "B" zijn niet afhankelijk van elkaar. Om een functieproces te starten, moet de betreffende functiegeheugentoets ("A" of "B") ingedrukt worden gehouden.
Bediening 3.1.13.1 Instelmodus Door de toets "Functiegeheugen A" of "Functiegeheugen B" kort in te drukken, wordt de instelmodus geopend. Bij opnieuw indrukken wordt de instelmodus verlaten en worden de instellingen opgeslagen. Hierna worden verschillende functieprocessen vermeld. De mogelijke functies zijn afhankelijk van de uitrusting van de machine.
Pagina 32
Bediening Onderste deel voorwand Functie: Onderste deel voorwand Het onderste deel van de voorwand wordt door "Pijl omhoog" in combinatie met een tijd van minstens 0,1 sec. omhoog gebracht. Bedieningsrichting: Het onderste deel van de voorwand wordt door "Pijl omlaag" in combinatie met een tijd van minstens 0,1 sec.
Pagina 33
Bediening Transportbodem Functie: Transportbodem De transportbodem wordt door "Pijl omhoog" in combinatie met een tijd van minstens 0,1 sec. richting achterkant (lossen) ingeschakeld. De transportbodem wordt door "Pijl omlaag" in combinatie met een tijd van minstens 0,1 sec. richting voorwand (omkeren) ingeschakeld. Bedieningsrichting: De transportbodem wordt door "Auto"...