Hoofdstuk 5
alternatieve functie worden gebruikt: Autokal. Deze functie neemt een luchtmeting en
schat de watermeting op basis van een constant lucht-waterverschil.
Als de functie Autokal met een Hydro-Probe Orbiter wordt gebruikt, moet voor bepaalde
armtypen eerst het type en de lengte worden gekozen, pas dan kan de kalibratie worden
gestart. Het armtype en de lengte worden ingesteld in het scherm Digitale input/output
(pagina 50).
Afbeelding 35: Arm voor Hydro-Probe Orbiter selecteren
Als het armtype niet kan worden geselecteerd, detecteert de kop van de Hydro-Probe
Orbiter de aangesloten arm automatisch (Afbeelding 35).
Tijdens de automatische kalibratieprocedure moet het keramische oppervlak schoon,
droog en vrij van obstakels zijn. Wanneer de knop 'Autokal' wordt ingedrukt, wordt er
ongeveer 30 seconden lang gemeten (Afbeelding 36). De sensor is dan klaar voor gebruik
in de menger.
Water
Start een waterkalibratiemeting. Controleer of de meetkop van de sensor onder water is
gedompeld (bij voorkeur met 0,5% zout op basis van gewicht) en niet wordt belemmerd.
Raak de knop Water aan. De sensor voert dan een aantal metingen uit om een
nauwkeurig referentiepunt in het water te bepalen.
Lucht
Start een luchtkalibratiemeting. Controleer of de meetkop van de sensor zich in de lucht
bevindt, schoon en droog is en niet wordt belemmerd. Raak de knop Lucht aan. De sensor
voert dan een aantal metingen uit om een nauwkeurig referentiepunt in de lucht te
bepalen.
6.6.2
Het scherm Temperatuurcompensatie
Deze instellingen dienen niet gewijzigd te worden tenzij op advies van een door
Hydronix opgeleide technicus.
Afbeelding 36: Bezig met automatische kalibratie
Armlengte en -type
worden automatisch
gedetecteerd
Hydro-View IV gebruikershandleiding HD0531nl Rev 2.0.0 57
Systeemnavigatie