Inhoudsopgave
Advertenties
Hoofdstuk 5
Vochtigh./temperatuur
I/P 2-gebruik - Het actuele gebruik van Input/Output 2. Raak aan om te wijzigen:
Ongebruikt
Vochtigh./temperatuur
Vergaarbak leeg
Data ongeldig
Sensor OK
Materiaaltemperatuur:
berekend van de waarden 'Grof/Gefilterd' (niet-geschaald en
vochtigheid) (na een wachttijd die wordt bepaald door de
parameter 'Gem./Vertraging'). Wanneer de uitgang vervolgens
wordt uitgeschakeld (0 volt), wordt middeling gestopt. De
gemiddelde waarde wordt dan constant gehouden, zodat die
door het PLC-regelsysteem kan worden afgelezen. Wanneer het
ingangssignaal
nogmaals
gemiddelde waarde opnieuw ingesteld en begint de middeling
opnieuw. Dit is de aanbevolen instelling voor toepassingen met
batchmiddeling.
Hiermee kan de gebruiker de analoge uitgang laten schakelen
tussen de normale vochtvariabele en temperatuur. Dit is nuttig
wanneer de temperatuur nodig is en er slechts één analoge
uitgang wordt gebruikt.
uitgang de juiste vochtvariabele aangeven (niet-geschaald of
vochtpercentage). Wanneer de ingang is geactiveerd, geeft de
analoge uitgang de temperatuur (in graden Celsius) aan.
De digitale ingang wordt genegeerd.
Hiermee kan de gebruiker de analoge uitgang laten schakelen
tussen de normale vochtvariabele en temperatuur. Dit is nuttig
wanneer de temperatuur nodig is en er slechts één analoge
uitgang wordt gebruikt.
uitgang de juiste vochtvariabele aangeven (niet-geschaald of
vochtpercentage). Wanneer de ingang is geactiveerd, geeft de
analoge uitgang de temperatuur (in graden Celsius) aan.
De sensoruitgang wordt geactiveerd om aan te geven dat de
sonde zich in de lucht bevindt en kan worden gebruikt om aan te
geven dat de vergaarbak/silo leeg is. Deze wordt geactiveerd
wanneer de signalen 'Vochtpercentage' of 'Niet-geschaald' dalen
tot onder de limieten voor berekening van de gemiddelde
waarden. Dit kan worden gebruikt in een toepassing met
voortdurende controle. Als u alleen de waarde van het
vochtpercentage wilt gebruiken, moet u de niet-geschaalde lage
limiet op nul instellen.
De uitgang wordt geactiveerd om aan te geven dat de
sensormeting (Vochtpercentage en/of Niet-geschaald) buiten het
geldige bereik valt dat is ingesteld onder de parameters 'Lage
Limiet' en 'Hoge limiet' om het gemiddelde te berekenen. Dit
wordt doorgaans gebruikt bij een toepassing met een lopende
band om aan te geven dat materiaal te nat of te droog is.
Deze uitgang wordt geactiveerd als:
•
de frequentiemeting tussen de gedefinieerde lucht- en
waterkalibratiepunten ligt +/-3%;
•
de amplitudemeting tussen de gedefinieerde lucht- en
waterkalibratiepunten ligt +/-3%;
•
de temperatuur van de interne elektronica onder de veilige
bedrijfslimiet ligt;
•
de temperatuur van de RF-resonator hoger ligt dan de veilige
bedrijfslimiet van de resonator;
•
de interne voedingsspanning binnen bereik ligt.
Dit alarm wordt geactiveerd als de materiaaltemperatuur buiten
de ingestelde hoge/lage limieten ligt.
Hydro-View IV gebruikershandleiding HD0531nl Rev 2.0.0 51
Systeemnavigatie
wordt
geactiveerd,
Bij een lage ingang kan de analoge
Bij een lage ingang kan de analoge
wordt
de
Advertenties
Inhoudsopgave
