36 | Storingen
10
Storingen
10.1 Storing/oorzaak/oplossing
LCD-display
Oorzaak
Storing van de maximaalther-
mostaat in de luchtkast
Rookgastemperatuur storing.
Wordt geactiveerd, wanneer de
sensor is uitgeschakeld, een
kortsluiting aanwezig is of de in-
stelling onder P7 niet correct is.
Storing van de brandertempera-
tuursensor, los contact of kort-
sluiting.
Storing aan de warmwatertem-
peratuursensor (temperatuur
onder 0 °C of boven 98 °C).
(knippert)
Warmwatertemperatuursensor
kan de ingesteldewarmwater-
temperatuur niet meten.
Tabel 26
6 720 801 916 (2015/04)
Oplossing
1. Werking van de maximaalthermostaat controleren (verbreekcon-
tact).
2. Controleer of rookgas via de pakkingen of het kijkglas van het bin-
nenwerk ontsnapt.
3. Controleer of de lengte van de rookgas-/luchtleidingen niet te lang
zijn of dat de leidingen geblokkeerd zijn.
4. Verbinding van de maximaalthermostaat en de aansluitingen contro-
leren.
5. Netstekker uit de contactdoos nemen en de aansluitingen van de
maximaalthermostaat in de regelaar controleren.
1. Aansluitingen van de rookgastemperatuursensor controleren
(afb. 3, [10]).
2. Weerstand van de sensor meten (< 100 Ohm = kortsluiting).
3. P7 modus controleren: de juiste instelling is "Cd".
1. Controleer de aansluitingen van de brandertemperatuursensor en
meet de weerstand (afb. 3, [15]).
2. Rookgastemperatuursensor vervangen.
1. Aansluitingen van de warmwatertemperatuursensor controleren.
Klemmen reinigen. Wanneer de klemmen zijn geoxideerd, dan moe-
ten de sensor en de bijbehorende kabel worden vervangen.
2. De warmwatertemperatuursensor kan het toestel bij watertempera-
turen lager dan 0 °C inschakelen, vorstbeveiliging. Vorstschade
wordt niet door de garantie afgedekt.
3. Vuilfilter, en kranen reinigen.
4. In gebieden met hard water moet het toestel regelmatig worden ont-
kalkt.
1. Controleer, of de sensor op de warmwaterleiding correct is gemon-
teerd en correct is bevestigd. De sensor niet op leidingbochten be-
vestigen, om meetfouten te voorkomen.
2. Vuilfilter en kranen reinigen.
3. Gasdruk controleren. Een lage gasdruk kan de oorzaak zijn dat het
toestel de ingestelde temperatuur niet bereikt.
4. Voedingsspanning controleren.
5. Regelaar mogelijkerwijs defect.
Therm 8000 S