De condens afkomstig van de ventilatie – unit dient op een correcte
CONDENSAFVOER
manier afgevoerd te worden. Hiervoor dient de ventilatie-unit vorstvrij
en luchtdicht aangesloten te worden op de binnen riolering.
Een sifon maakt deel uit van dit afvoersysteem en dient afzonderlijk
door de installateur voorzien te worden. Wij adviseren de aansluiting op
de ventilatie-unit te verlijmen of luchtdicht aan te sluiten door gebruik
te maken van een dichting. De aansluiting aan het ventilatietoestel is
Ø32mm. Als de condensafvoer met een slang op het sifon wordt aan-
gesloten, is het belangrijk dat het uiteinde van de slang minimaal
60 mm onder het waterniveau uitmondt. Voor een vaste aansluiting
adviseren wij een extra vulmogelijkheid nabij de sifon.
INBEDRIJFSTELLING
De standenschakelaar is af fabriek aangemeld bij de ventilatie-unit.
EN INREGELING
Indien alle luchttechnische en elektrische aansluitingen uitgevoerd zijn mag de
stekker in het stopcontact gestoken worden.
Na 1 minuut beginnen de ventilatoren kortstondig (circa 4 sec.) op te toeren.
Vervolgens heeft u 10 minuten om de luchthoeveelheid in te stellen en om extra
optionele standenschakelaars te koppelen.
Instellen van de luchthoeveelheid:
Druk gedurende minimum 3 seconden op de knop van stand 3 en laat los zodra
de led in het midden van de schakelaar een reeks van lichtsignalen geeft. Deze
geven de ingestelde luchthoeveelheid aan. Af fabriek licht de led 1x oranje op.
18 CONDENSAFVOER