9 Inbedrijfstelling
3 Start het proefdraaien van de pomp (zie
"9.2.4 Stelmotoren
testen" [ 4 42]).
(a)
4 Lees het debiet
af en wijzig de instelling van de
omloopklep om het vereiste minimumdebiet + 2 l/min
te bereiken.
(a)
Tijdens het proefdraaien van de pomp kan de unit onder dit
vereiste minimumdebiet werken.
Bij...
Koeling
Verwarming
BUV in bedrijf
Verwarming ontdooien
WW
9.2.2
Ontluchten
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.3]: Inbedrijfstelling > Ontluchting.
3 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het ontluchten begint. Het stopt
automatisch wanneer de ontluchtingscyclus is
voltooid.
Om het ontluchten handmatig te stoppen:
1 Ga naar Ontluchting stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
9.2.3
Om te testen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op
Installateur. Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
wijzigen" [ 4 31].
2 Ga naar [A.1]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
werking.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld:
Verwarming.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het testen start. Het testen stopt
automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
INFORMATIE
Als de buitentemperatuur buiten het werkgebied is, kan de
unit mogelijk NIET werken of kan deze mogelijk de vereiste
capaciteit NIET leveren.
De aanvoerwater- en tanktemperatuur controleren
Tijdens het testen kan de correcte werking van de unit gecontroleerd
worden door de aanvoerwatertemperatuur (stand verwarming/
koeling) en de tanktemperatuur (stand warm tapwater) op te volgen.
Om deze temperaturen te controleren:
1 Ga in het menu naar Sensoren.
2 Selecteer de temperatuurgegevens.
Installatiehandleiding
42
—
—
Dan bedraagt het vereiste
minimumdebiet...
10 l/min
6 l/min
12 l/min
12 l/min
25 l/min
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 31].
—
en
schakel
de
werking
—
—
9.2.4
Stelmotoren testen
Doel
Voer een stelmotortest uit om te controleren of de verschillende
stelmotoren goed werken. Wanneer u bijvoorbeeld Pomp selecteert,
zal de pomp worden getest.
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.2]: Inbedrijfstelling > Testbedrijf
stelmotoren.
3 Selecteer een test in de lijst. Voorbeeld: Pomp.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het testen van de stelmotoren start. Het
testen stopt automatisch wanneer voltooid (±30 min).
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga in het menu naar Stop testrun.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
Mogelijke vormen van testen van de stelmotoren
▪ Boosterverwarming-test
▪ Back-upverwarming 1-test
▪ Back-upverwarming 2-test
▪ Pomp-test
INFORMATIE
Zorg ervoor de het systeem volledig ontlucht is vooraleer
te testen. Vermijd tevens storingen in het watercircuit
tijdens het testen.
▪ Tweewegklep-test (3-wegklep voor schakelen tussen verwarmen
van ruimten en tank opwarmen)
▪ Bivalent signaal-test
▪ Alarm uitgang-test
▪ Koel-verwarmsignaal-test
▪ Omlooppomp WTW-test
9.2.5
De dekvloer van de vloerverwarming
drogen
Voorwaarden: Zorg ervoor dat de werking volledig is uitgeschakeld.
Ga
naar
[C]
In
werking
Ruimteverwarming/-koeling en Tank uit.
1 Stel het gebruikertoegangsniveau in op Installateur.
Zie
"Het gebruikertoegangsniveau
2 Ga naar [A.4]: Inbedrijfstelling > Dekvloer
droging.
3 Selecteer een droogprogramma: ga naar Programma
en gebruik het programmeringsscherm UFH
Dekvloer drogen.
4 Selecteer OK om te bevestigen.
Resultaat: Het drogen van de dekvloer van de
vloerverwarming start. Het stopt automatisch
wanneer voltooid.
Om het testen handmatig te stoppen:
1 Ga naar Dekvloer drogen vloerverwarming
stoppen.
2 Selecteer OK om te bevestigen.
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 31].
—
en
schakel
de
werking
—
wijzigen" [ 4 31].
—
Daikin Altherma 3 M
4P685229-1A – 2022.05