8 Configuratie
OPMERKING
Het systeem NIET op de volgende manier configureren,
kan schade aan de warmteafgevers veroorzaken. Als er 2
zones zijn, is het bij verwarming belangrijk dat:
▪ de zone met de laagste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als de primaire zone, en
▪ de zone met de hoogste watertemperatuur wordt
geconfigureerd als secundaire zone.
OPMERKING
Als er 2 zones zijn en de afgevertypes onjuist zijn
geconfigureerd, kan er water met een hoge temperatuur
naar een afgever met lage temperatuur (vloerverwarming)
worden gestuurd. Om dit te vermijden doet u het volgende:
▪ Installeer een aquastat-/thermostaatklep om te hoge
temperaturen naar een lage temperatuur-afgever te
voorkomen.
▪ Zorg dat u de afgevertypes voor de primaire zone [2.7]
en voor de secundaire zone [3.7] correct instelt in
overeenstemming met de aangesloten afgever.
OPMERKING
Er kan een overdrukomloopklep in het systeem worden
geïntegreerd. Denk erom dat deze klep mogelijk niet op de
afbeeldingen wordt getoond.
Met glycol gevuld systeem
Deze instelling biedt de installateur de mogelijkheid om aan te geven
of het systeem gevuld is met glycol of met water. Dit is belangrijk in
het geval er glycol wordt gebruikt om het watercircuit te beschermen
tegen bevriezing. Als deze instelling NIET correct is ingesteld, kan
de vloeistof in de leidingen bevriezen.
#
Code
N.v.t.
[E-0D]
Met glycol gevuld systeem: Is het
systeem gevuld met glycol?
▪ 0: Nee
▪ 1: Ja
OPMERKING
Als u glycol aan het water toevoegt, moet u ook een
debietschakelaar (EKFLSW2) installeren.
8.2.4
Configuratiewizard: Back-upverwarming
INFORMATIE
▪ Bij
modellen
met
upverwarming
(3V-modellen)
instellingen van de back-upverwarming vast.
▪ Voor andere modellen zijn de instellingen van de back-
upverwarming alleen van toepassing als de optionele
externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd.
De back-upverwarming is aangepast om op de meeste Europese
elektriciteitsdistributienetten aangesloten te worden. Als de back-
upverwarming beschikbaar is, moet de spanning, de configuratie en
de capaciteit worden ingesteld op de gebruikersinterface.
De capaciteiten voor de verschillende stappen van de back-
upverwarming moeten voor de energiemeting en/of de regeling van
de besturing energieverbruik ingesteld worden om goed te werken.
Door de weerstand van elk verwarmingstoestel te meten, kunt u de
exacte capaciteit van elk verwarmingstoestel instellen en zodoende
meer nauwkeurige energiegegevens hebben.
Type back-upverwarming
▪ Voor modellen met een geïntegreerde back-upverwarming is deze
vast ingesteld op 3V.
Installatiehandleiding
34
Beschrijving
een
geïntegreerde
back-
staan
de
meeste
▪ Voor andere modellen kan dit worden ingesteld op Geen back-
upverwarming, of Extern verwarmingselement (d.w.z. wanneer
de optionele externe back-upverwarmingskit is geïnstalleerd).
#
Code
[9.3.1]
[E‑03]
▪ 0: Geen back-upverwarming
▪ 1: Extern verwarmingselement
▪ 2: 3V
Spanning
▪ Voor een 3V-model is dit vastgesteld op 230 V, 1ph.
▪ De optionele externe back-upverwarming kan worden ingesteld op
230 V, 1ph of 400 V, 3ph.
#
Code
[9.3.2]
[5‑0D]
▪ 0: 230 V, 1ph
▪ 2: 400 V, 3ph
Configuratie
De back-upverwarming kan op verschillende manieren worden
geconfigureerd. Ze kan worden geconfigureerd als 1-staps back-
upverwarming of als back-upverwarming met 2 stappen. Bij 2
stappen hangt de capaciteit van de tweede stap af van deze
instelling. Er kan ook een hogere capaciteit van de tweede stap
worden ingesteld in een noodgeval.
▪ Voor een 3V-model is dit vastgesteld op 1.
▪ De optionele externe back-upverwarming kan als volgt worden
ingesteld:
#
Code
[9.3.3]
[4‑0A]
▪ 0: Relais 1
▪ 1: Relais 1 / Relais 1+2
▪ 2: Relais 1 / Relais 2
▪ 3: Relais 1 / Relais 2 Noodbedrijf
Relais 1+2
INFORMATIE
Instellingen [9.3.3] en [9.3.5] zijn aan elkaar gekoppeld. Als
u één instelling verandert, wordt ook de andere gewijzigd.
Controleer dus bij het veranderen of de waarde van de
andere instelling nog steeds is zoals verwacht.
INFORMATIE
Tijdens normaal bedrijf is de capaciteit van de tweede stap
van de back-upverwarming bij nominale spanning gelijk
aan [6‑03]+[6‑04].
INFORMATIE
Als
[4‑0A]=3
en
de
stroomverbruik van de back-upverwarming maximaal en
gelijk aan 2×[6‑03]+[6‑04].
Capaciteit stap 1
#
Code
[9.3.4]
[6‑03]
▪ De capaciteit van de eerste stap van
de back-upverwarming bij nominale
spanning.
Extra capaciteit stap 2
Beperking:
Alleen
van
toepassing
upverwarmingskit is geïnstalleerd.
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Beschrijving
Beschrijving
Beschrijving
noodstand
is
actief,
is
het
Beschrijving
als
de
externe
back-
Daikin Altherma 3 M
4P685229-1A – 2022.05