6 Elektrische installatie
5.2.5
De waterleidingen isoleren
De leidingen van het volledige watercircuit MOETEN worden
geïsoleerd om geen condensatie te hebben tijdens het koelen en om
ervoor te zorgen dat de verwarmings- en koelcapaciteit niet
vermindert.
Isolatie waterleidingen buiten
OPMERKING
Leidingen buiten. Zorg ervoor dat de leidingen buiten
worden geïsoleerd zoals voorgeschreven, om ze te
beschermen tegen gevaren.
Voor leidingen in open lucht is het aangeraden de isolatiedikte als
minimum te gebruiken zoals aangegeven in de onderstaande tabel
(met λ=0,039 W/mK).
Leidinglengte (m)
<20
20~30
30~40
40~50
In andere gevallen kan de minimale isolatiedikte bepaald worden
met behulp van de Hydronic Piping Calculation-tool.
De Hydronic Piping Calculation-tool is een onderdeel van de Heating
Solutions
Navigator
die
professional.standbyme.daikin.eu.
Neem contact op met uw dealer als u geen toegang heeft tot
Heating Solutions Navigator.
Deze aanbeveling zorgt dat de unit goed werkt, maar lokale
regelgevingen kunnen echter verschillen en dienen te worden
gevolgd.
6
Elektrische installatie
GEVAAR: RISICO OP ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik voor de stroomkabels ALTIJD meeraderige kabel.
VOORZICHTIG
Duw of plaats overtollige kabellengte NIET in de unit.
OPMERKING
De afstand tussen de kabels voor hoge spanning en deze
voor lage spanning moet minstens 50 mm bedragen.
6.1
Over het voldoen aan de normen
inzake elektriciteit
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC 61000-3-12 (Europese/
internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake
harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten
op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16 A
en ≤75 A per fase).
6.2
Richtlijnen voor het aansluiten van
de elektrische bedrading
Aanhaalmomenten
Onderdeel
X1M
X2M
Installatiehandleiding
16
Minimale isolatiedikte (mm)
19
32
40
50
beschikbaar
is
via
https://
Aanhaalkoppel (N•m)
2,45 ±10%
0,88 ±10%
Onderdeel
X3M
X4M
X5M
X7M
X9M
X10M
6.3
Aansluitingen op de buitenunit
Onderdeel
Elektrische voeding
Zie
"6.3.2 De hoofdvoeding
aansluiten" [ 4 18].
(primair)
Elektrische voeding
Zie
"6.3.3 De voeding van de back-
(back-upverwarming)
upverwarming
(in het geval van een
buitenunit met
geïntegreerde back-
upverwarming)
Back-
Zie
"6.3.4 Externe back-
upverwarmingskit" [ 4 21].
upverwarmingskit +
Omloopkleppenkit
(in geval van externe
back-
upverwarmingskit)
Gebruikersinterface
Zie
"6.3.5 De gebruikersinterface
aansluiten" [ 4 24].
Afsluiter
Zie
"6.3.6 De afsluiter
Elektrische meters
Zie
"6.3.7 De elektriciteitsmeters
aansluiten" [ 4 26].
Warmtapwaterpomp
Zie
"6.3.8 De pomp van het warm tapwater
aansluiten" [ 4 26].
Alarmuitgang
Zie
"6.3.9 De alarm-output
aansluiten" [ 4 26].
Bediening
Zie
"6.3.10 De AAN/UIT-output van de
ruimtekoeling/-
ruimtekoeling/verwarming
aansluiten" [ 4 27].
verwarming
Omschakeling naar
Zie
"6.3.11 De omschakeling naar de
regeling externe
externe warmtebron
warmtebron
Digitale ingangen
Zie
"6.3.12 De digitale inputs voor het
energieverbruik
energieverbruik
Veiligheidsthermostaat Zie
"6.3.13 De veiligheidsthermostaat
(normaal gesloten contact)
aansluiten" [ 4 28].
Smart Grid
Zie
"6.3.14 Een Smart Grid
aansluiten" [ 4 29].
EBLA04~08E2V3+E23V3 + EDLA04~08E2V3+E23V3
Aanhaalkoppel (N•m)
0,88 ±10%
2,45 ±10%
0,88 ±10%
0,88 ±10%
2,45 ±10%
0,88 ±10%
Beschrijving
aansluiten" [ 4 20].
aansluiten" [ 4 25].
aansluiten" [ 4 27].
aansluiten" [ 4 28].
Daikin Altherma 3 M
4P685229-1A – 2022.05