5.2. Programmeringsopties
5.2.1. Programmering van de verlichting van het controlelampje bij
elke detectie in testmodus en voor de beeldsequentie op
aanvraag
In fabrieksconfiguratie is de verlichting van het controlelampje
gedeactiveerd. U kunt het activeren.
5.2.2. Gevoeligheidsgraad inzake dieren instellen
In de meeste gevallen, zijn het niveau 1 (fabrieksconfiguratie) en het
respecteren van de plaatsingsvoorschriften voldoende om de ruimte
efficiënt te beveiligen, zonder inschakelingen te wijten aan huisdieren
Maar het is mogelijk om de gevoeligheidsgraad van de detector te
wijzigen in functie van het huisdier en van de configuratie van de ruimte
en de zones waarin het huisdier al dan niet gedetecteerd wordt aan te
passen.
5.2.3. Beeldsequentie op aanvraag
In fabrieksconfiguratie, is het aanvragen van een beeldopname via de
applicatie e-ONE geactiveerd. Deze functie kan gedeactiveerd worden.
5.2.4. Transmissie van een beeldsequentie
In fabrieksconfiguratie is de transmissie van een beeldsequentie
geactiveerd. Deze functie kan gedeactiveerd worden.
Voor al deze opties:
Verwijzen we naar de "COMPLEMENTAIRE PROGRAMMATIEGIDS VAN
HET DIAGRAL ALARMSYSTEEM" beschikbaar op de website
http://www.diagral.fr.
51