2 Kabel gebruikersinterface: Geleid de kabel door het frame,
sluit hem aan op het klemmenblok en maak hem vast met een
kabelbinder.
3 Verbindingskabel (binnen↔buiten): Geleid de kabel door het
frame, sluit hem aan op het klemmenblok (controleer of de
nummers overeenstemmen met die op de buitenunit en sluit de
aardingskabel aan) en maak hem vast met een kabelbinder.
4 Verdeel de kleine afdichting (accessoire) in kleinere delen en
draai ze rond de kabels om te voorkomen dat er water in de unit
kan. Dicht alle openingen af om te voorkomen dat kleine dieren
in het systeem terechtkomen.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door
kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine
dieren die in contact komen met elektrische onderdelen
kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
5 Breng het servicedeksel weer aan.
1~ 50 Hz
220-240 V
c
d
a
Verbindingskabel
b
Voedingskabel
c
Aardlekschakelaar
d
Zekering
e1
Hoofdgebruikersinterface
e2
Optionele gebruikersinterface
c
b
d
c
a
Servicedeksel (met bedradingsschema op de achterkant)
b
Opening voor kabels
c
Aansluiting verbindingskabel (inclusief aarding)
(1)
Lokale instellingen worden als volgt gedefinieerd:
▪ M: Standnummer – Eerste cijfer: voor groep units – Cijfer tussen haakjes: voor afzonderlijke unit
▪ C1: Eerste codenummer
▪ C2: Tweede codenummer
▪
: Standaard
FCAHG71~140FVEB
Split-systeem airconditioners
4P429472-1 – 2015.12
b
a
e2
e1
d
10~15
7
e
70~90
e
b
a
(mm)
d
Kabelbinder
e
Aansluiting kabel gebruikersinterface
6
Configuratie
6.1
Lokale instellingen
Voer de volgende lokale instellingen uit zodat ze overeenstemmen
met de echte installatie en met de behoeften van de gebruiker:
▪ Plafondhoogte
▪ Luchtuitblaasrichting
▪ Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
▪ Tijd om filter te reinigen
Instelling: Plafondhoogte
Deze instelling moet overeenstemmen met de echte afstand tot de
vloer, capaciteitsklasse en luchtuitblaasrichtingen.
▪ Voor een 3-wegs en 4-wegs luchtuitblaas (waarvoor een optionele
afsluitplaatkit vereist is), zie de montagehandleiding van de
optionele afsluitplaatkit.
▪ Zie de tabel hieronder voor luchtuitblaas in alle richtingen.
Bij een afstand tot de vloer van (m)
FCAHG71
FCAHG100~140
≤2,7
2,7<x≤3,0
3,2<x≤3,6
3,0<x≤3,5
3,6<x≤4,2
Instelling: Luchtuitblaasrichting
Deze instelling moet overeenstemmen met de echt gebruikte
luchtuitblaasrichtingen. Raadpleeg de montagehandleiding van de
optionele
afsluitplaatkit
en
gebruikersinterface.
Standaard: 01 (= luchtuitblaas in alle richtingen)
Voorbeeld:
a
b
3
3
2
4
2
4
1
1
a
Luchtuitblaas in alle richtingen
b
4-wegs luchtuitblaas (alle luchtuitblazen open, 2 hoeken
gesloten) (optionele afsluitplaatkit vereist)
c
3-wegs luchtuitblaas (1 luchtuitblaas gesloten, alle hoeken
open) (optionele afsluitplaatkit vereist)
Instelling: Luchtvolume bij uitgeschakelde thermostaatregeling
Deze instelling moet overeenstemmen met de behoeften van de
gebruiker. Zij bepaalt de ventilatorsnelheid van de binnenunit bij
thermostaat UIT.
1 Stel de werking in van de ventilator bij thermostaat UIT:
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6 Configuratie
1
Dan
M
C1
C2
≤3,2
13 (23)
0
01
02
03
de
handleiding
van
c
3
2
1
de
9