14.4.6
Koelmiddelleidingen isoleren
Na de lektest en het vacuümdrogen moeten de leidingen worden
geïsoleerd. Houd hierbij rekening met de volgende punten:
▪ Isoleer de aansluitleidingen en koelmiddelaftaksets volledig.
▪ Vergeet niet de vloeistof- en de gasleidingen te isoleren (voor alle
units).
▪ Gebruik hittebestendig polyethyleenschuim dat bestand is tegen
een temperatuur van 70°C voor de vloeistofleidingen en
polyethyleenschuim dat bestand is tegen een temperatuur van
120°C voor de gasleidingen.
▪ Verstevig de isolatie op de koelmiddelleiding naar gelang de
installatie-omgeving.
▪ Als condens van op de afsluiter in de binnenunit zou kunnen
terechtkomen via openingen in de isolatie en leidingen doordat de
buitenunit hoger staat dan de binnenunit, dan moet dit worden
voorkomen door de aansluitingen af te dichten. Zie de
onderstaande afbeelding.
3×
a
b
a
Isolatiemateriaal
b
Afdichtingsmateriaal, enz.
14.5
Koelmiddel bijvullen
14.5.1
Voorzorgsmaatregelen voor het vullen
met koelmiddel
WAARSCHUWING
▪ Gebruik UITSLUITEND R410A als koelmiddel. Andere
stoffen
kunnen
veroorzaken.
▪ R410A bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft
een aardopwarmingsvermogen (GWP) van 2087,5.
Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik
bij
het
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
OPMERKING
Als de voeding van sommige units wordt uitgeschakeld,
kan de vulprocedure niet goed worden voltooid.
OPMERKING
Bij een systeem met meerdere buitenunits moet u de
voeding van alle buitenunits inschakelen.
OPMERKING
Schakel de voeding ten minste 6 uur voor gebruik IN om
de carterverwarming van stroom te voorzien en de
compressor te beschermen.
RWEYQ8~14T9Y1B
Watergekoelde VRV IV-systeem airconditioner
4P452190-1D – 2020.10
ontploffingen
en
ongelukken
vullen
van
koelmiddel
ALTIJD
14 Installatie van de leidingen
OPMERKING
Als de stappen binnen de 12 minuten na het inschakelen
van de binnen- en buitenunits worden uitgevoerd, werkt de
compressor niet voordat de communicatie tussen de
buitenunit(s) en binnenunits op een correcte manier tot
stand is gebracht.
OPMERKING
Controleer of de aanduiding op het 7-segmentendisplay
van de A1P-printplaat van de buitenunit normaal is voordat
u de vulprocedure begint (zie
[ 4 34]).
activeren"
weergegeven,
zie
"18.1 Problemen
storingscodes
oplossen" [ 4 39].
OPMERKING
Sluit het voorpaneel voordat u begint met koelmiddel bij te
vullen. Wanneer het voorpaneel niet gesloten is, kan de
unit niet controleren of er geen storingen zijn.
14.5.2
Over koelmiddel bijvullen
De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar
afhankelijk van de lokale leidingen, moet nog extra koelmiddel
worden bijgevuld.
Controleer de externe koelmiddelleiding van de buitenunit (lektest,
vacuümdrogen).
Extra koelmiddel bijvullen bestaat doorgaans uit de volgende
stappen:
1
De hoeveelheid extra bij te vullen koelmiddel bepalen.
2
Extra koelmiddel bijvullen (op voorhand vullen en/of vullen).
3
Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
14.5.3
Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd
moet worden
INFORMATIE
Neem contact op met uw plaatselijke dealer voor het finale
aanpassen van de hoeveelheid koelmiddel in het
testlaboratorium.
OPMERKING
De hoeveelheid koelmiddel in het systeem moet minder
dan 100 kg bedragen. Dit betekent dat als de berekende
totale hoeveelheid koelmiddel gelijk aan of meer is dan 95
kg, u uw systeem met meerdere buitenunits moet opdelen
in kleinere onafhankelijke systemen met elk minder dan 95
kg koelmiddel. Zie het naamplaatje van de unit voor de
fabrieksvulling.
In geval van warmtepompsysteem
Formule:
R=[(X
×Ø22,2)×0,37+(X
×Ø19,1)×0,26+(X
1
2
(X
×Ø12,7)×0,12+(X
×Ø9,5)×0,059+(X
4
5
R
Extra bij te vullen hoeveelheid koelmiddel [in kg en
afgerond tot 1 cijfer na de komma]
X
Totale lengte [m] van vloeistofleiding maat Øa
1...6
A
Parameter A
Parameter A. Als de aansluitverhouding van de totale capaciteit van
binnenunits (CR)>100%, vul 0,5 kg extra koelmiddel per buitenunit
bij.
In geval van systeem met warmteterugwinning
Formule:
R=[(X
×Ø22,2)×0,37+(X
×Ø19,1)×0,26+(X
1
2
(X
×Ø12,7)×0,12+(X
×Ø9,5)×0,059+(X
4
5
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
"16.1.4 Stand 1 of 2
Als
een
storingscode
wordt
op
basis
van
×Ø15,9)×0,18+
3
×Ø6,4)×0,022]+A
6
×Ø15,9)×0,18+
3
×Ø6,4)×0,022]×1,04+A+C
6
27