Advertenties
4. Functies
Functies voor dimbare compacte tl-lampen (CFL)
– met instelbare inschakellichtsterkte (vooraf ingesteld 100 %)
– met diminschakelfunctie
1
met automatische lastherkenning (ideaal voor
lampen van Megaman, Philips); start altijd met
100 %, zodat de CFL worden ontstoken; omlaag
dimmen pas na 3 s mogelijk
2
geen automatische lastherkenning (altijd met
faseaansnijding) (ideaal voor lampen van Osram,
Philips); start altijd met min. 50 %, zodat de
CFL worden ontstoken; omlaagdimmen na 2 s
mogelijk
3 Prog
Minimumlichttsterkte inleren (alleen voor CFL)
Opmerkingen
Bij enkele compacte tl-lampen kan bij dimmen in functie 2
een storend flikkeren ontstaan.
Gebruik in dat geval functie 1.
Instellingen alleen met warme compacte tl-lampen
selecteren (na ca. 5 min).
Enkele compacte tl-lampen kunnen in functie 2 een over-
belasting veroorzaken, wat automatisch leidt tot een
omlaagdimmen van de last.
F unctie 1 selecteren om dit te vermijden.
Functie voor LED's
4 LED2
Functie voor LED's; geen automatische lasther-
kenning (altijd met faseaansnijding) (ideaal bij
dimproblemen met LED's)
Enkele LED-types kunnen in functie 4 een over-
belasting veroorzaken, wat automatisch leidt tot
een omlaagdimmen van de last.
Functie 6 selecteren om dit te vermijden.
Opmerkingen
Enkele LED-types kunnen in functie 4 een overbelasting
veroorzaken, wat automatisch leidt tot een omlaagdimmen
van de last.
Functie 6 selecteren om dit te vermijden.
2
perm
ON
1
LED1
Functies voor standaardlampen (bijv. gloei-,
halogeenlampen, trafo's, LED's)
5 Prog
Minimumlichtsterkte inleren
N
6 Strd
Standaardfunctie
L´
L
– met inschakellichttsterkte (vooraf ingesteld 100 %)
– met diminschakelfunctie
7 ON
Dimmer ist altijd aan
5. Beschrijving
Dimmer is UIT (ingang A1/A2)
– Knop 1x kort indrukken Inschakellichtsterkte
(< 1 s)
Inschakellichtsterkte inleren
Gewenste inschakellichtsterkte instellen.
Knop op ingang A1/A2 net zolang indrukken totdat door
verandering van lichtsterkte het inleren wordt bevestigd.
Daarna wordt naar de opslagen inschakelichtsterkte
overgeschakeld.
– Knop 1x lang indrukken Diminschakelfunctie
(> 1 s)
Minimumlichtsterkte
De vooraf ingestelde minimumlichtsterkte is zo ingesteld dat
de lampen nog branden.
Minimumlichtsterkte aanpassen
Draaischakelaar op 5 zetten (bij compacte tl-lampen op 3).
Er wordt overgeschakeld naar de huidige minimum-
lichtsterkte.
Knop op ingang A1/A2 indrukken en op omhoog- of
omlaagdimmen, totdat de lichtsterkte is bereikt.
Knop loslaten; de lichtsterkte wordt overgenomen.
Draaischakelaar weer op de gewenste functie zetten.
Reden: Als de waarde daalt tot onder een bepaalde
lichtsterkte, gaan de compacte tl-lamp/LED's uit en
worden niet meer ontstoken.
Compacte tl-lampe 5 min inschakelen, dan
Tip:
minimumlichtsterkte instellen.
De dimmer start met de inge-
leerde inschakellichtsterkte (af
fabriek 100 %)
De dimmer schakelt met minimum-
lichtsterkte in en dimt totdat men
de knop loslaat of de max.
lichtsterkte is bereikt.
Advertenties
