Universeele inbouw-
NL
dimmer
DIMAX 541 plus E
5410130
DIMAX 542 plus S
5420130
1. Fundamentele veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schokken of brand!
Montage uitsluitend door een elektromonteur
¾
¾
laten uitvoeren!
L Opvallende zaken bij de dimreactie of zendstoringen zijn
bij gedimde lampen (vooral leds) vanwege de constante
technische vooruitgang niet uitgesloten
•
De universele inbouw-dimmer voldoet aan EN 60669-
2-1 bij voorgeschreven montage
2. Bedoeld gebruik
•
De universele dimmer schakelt en dimt de lichtsterkte
van diverse lampen zoals gloeilampen, HV-halogeenlam-
pen, LV-halogeenlampen (conventioneel of met elektro-
nische transformator of dimbare ledlampen voor 230 V
en ventilatoren
•
De lichtsterkte wordt met op de dimmer aangesloten
toetsen ingesteld
•
DIMAX 541 plus E beschikt niet over instelmogelijkheden
(automatische modus)
•
De 4 bedrijfsmodi worden ingesteld met de draaischa-
kelaar (bij DIMAX 542 plus S)
•
De universele dimmer beschikt over "zacht" in- en
uitschakelen (hetgeen de lamp ontziet), automatische
herkenning van het lasttype (niet bij LED2), over-
verhittingsbescherming tegen overbelasting en een
kortsluitingsbeveiliging
•
Voor gebruik in de particuliere en openbare woningbouw,
in gesloten ruimtes
•
Geschikt voor aansluiting achteraf
Afvoer
Apparaat op milieuvriendelijke wijze afvoeren
¾
3. Montage en aansluiting
307416
L Bij opnieuw inschakelen licht de lamp kort op bij wijze van
lastherkenning.
Dimmer monteren
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische schokken of brand!
Montage uitsluitend door een elektromonteur
¾
¾
laten uitvoeren!
Spanningsvrij schakelen
¾
Tegen opnieuw inschakelen beveiligen
¾
Op spanningsloosheid controleren
¾
Aarden en kortsluiten
¾
Nabijgelegen, onder spanning staande delen
¾
afdekken/-schermen
In normaal in de handel verkrijgbare inbouwdozen (volgens
¾
DIN 49073) monteren
Dimmer aansluiten
L'
L
L Er kunnen meerdere dimmers via één toets worden
aangestuurd.
Gevaar door elektrische schokken!
Het apparaat is bij de klemmen/stekker niet geïsoleerd!
Aanraakveilig installeren
¾
Voor minimaal 3 mm afstand tot stroomvoerende delen of
¾
extra isolatie met bijv. verdelers zorgen.
A
N
N
L
1