Advertenties
De printer gebruiken
Printer opstellen
1. Installeer de stroomvoorziening
U kunt de printer op twee manier gebruiken, zoals hieronder wordt uitgelegd.
Batterijen gebruiken
De stroomadapter gebruiken
LET OP
LET OP
Gebruik uitsluitend droge AA-alkalinebatterijen.
Gebruik alleen de meegeleverde stroomadapter.
1.
Verwijder de rubberen bescherming.
1.
Sluit de meegeleverde stroomadapter
(AST1116Z2-1) aan op de printer, en steek
2.
Open het batterijdeksel aan de onderkant
de stekker in een stopcontact.
van de printer.
3.
Plaats de batterijen.
Batterijen: AA-alkalinebatterij x 6
4.
Sluit het batterijdeksel.
5.
Bevestig de rubberen bescherming.
2. Plaats een nieuwe tapecassette in de printer
3.
Plaats een tapecassette in de printer zoals
LET OP
afgebeeld.
Gebruik steeds een speci eke tapecassette
Voer het uiteinde van de tape
voorzien van het symbool
. Voer steeds de
door de sleuf.
tape in de printer nadat u een tapecassette
hebt geplaatst.
1.
Verwijder eventuele loshangende tape in
de tapecassette.
Gebruik een pen of
potlood.
2.
Trek aan het lipje om het printerdeksel te
openen.
4.
Sluit het printerdeksel.
Een etiket maken
1. Een etiket maken en afdrukken
Als u een mobiel apparaat gebruikt
Gebruik de Epson-applicatie om etiketten te maken en af te drukken.
Zie de website van Epson voor meer informatie.
U http://www.epson.com
Een computer met Windows gebruiken
U maakt etiketten met de bewerkingssoftware "Label Editor" en drukt ze af.
Raadpleeg de onderstaande handleiding voor uitleg over de procedure:
Label Editor Gebruikershandleiding.
Foutopsporing
Betekenis van lampjes
De lampjes duiden de printerstatus aan.
Status van lampje
* : Afhankelijk van de bedieningsstatus van de printer
--: Uit
--
Gaat aan en uit
*
Brandt
*
*
--
Knippert snel
*
--
Knippert (om de 5 seconden) Bluetooth is uitgeschakeld.
*
--
--
--
Brandt
*
*
Knippert snel
*
*
Knippert snel
*
*
In dit deel worden alle procedures beschreven om de printer in te stellen voor afdrukken en om een etiket te bevestigen.
Een mobiel apparaat aansluiten
1. Installeer de Epson-applicaties.
Zie "Het printerstuurprogramma en de software downloaden" aan de
voorkant.
2. Opzetten van Bluetooth-verbinding (koppelen)
LET OP
Plaats het mobiele apparaat op niet meer dan een meter afstand van de
printer wanneer u de instellingen opgeeft.
OPMERKING
Voor instructies voor het koppelen via Bluetooth, raadpleeg de
documentatie van uw mobiel apparaat.
1.
Druk op de
Als de Bluetooth-functie van de printer uitgeschakeld is, zet hem dan
aan.
Zie het gedeelte "De Bluetooth-functie in- en uitschakelen".
2.
Zet de Bluetooth-functie op uw mobiele apparaat aan en koppel de
printer.
Start de Epson-applicatie op het mobiele apparaat om etiketten te maken
nadat het koppelen voltooid is.
Een computer met Windows aansluiten
1. Download de benodigde software en handleidingen
Zie "Het printerstuurprogramma en de software downloaden" aan de
voorkant.
2. Installeer "Label Editor" en het printerstuurprogramma
Volg de instructies op het scherm om Label Editor te installeren.
Wanneer het installatiescherm voor het printerstuurprogramma verschijnt,
selecteert u "LW-Z710".
Selecteer de verbindingsmethode op het scherm zoals hieronder wordt getoond.
USB
Verbind de printer en de computer met een USB-
kabel volgens de instructies.
Het printerstuurprogramma voor een USB-
verbinding wordt geïnstalleerd.
2. Een etiket bevestigen
Verwijder het beschermvel aan de achterzijde van het etiket voordat u het ergens
op plakt.
1.
Verwijder het beschermvel
aan de achterzijde.
Beschermvel
Het kortste etiket dat u kunt maken met deze printer is ongeveer 22 mm lang.
Als u een etiket maakt dat korter is dan 22 mm, knip de marges er dan met
een schaar af.
Printerstatus
Bluetooth is ingeschakeld.
Of verbonden met een Android-apparaat of een computer met Windows.
Bluetooth-verbinding is voltooid. (bij verbinden met een iOS-apparaat)
Is bezig met een bewerking zoals afdrukken of een etiket afknippen.
Stroom UIT.
Batterijen zijn leeg en moeten worden vervangen. Houd nieuwe batterijen bij de
hand.
Vervang de batterijen.
Printerfout. Controleer het bericht op de aangesloten computer of het mobiele
apparaat.
-knop om de printer in te schakelen.
Bluetooth®
1.
Als de Bluetooth-functie van de printer
uitgeschakeld is, zet hem dan aan.
Zie het gedeelte "De Bluetooth-functie in- en
uitschakelen".
2.
Wanneer u klaar bent met de printer
Als de printer via Bluetooth is verbonden
2.
Bevestig het label en wrijf het
stevig vast.
Als de printer via een USB-kabel is verbonden
Problemen die niet worden aangeduid door de lampjes
De printer kan niet worden aangezet.
• Controleer of de stroomkabel correct is aangesloten, of dat de
batterijen correct zijn geplaatst. Als u het apparaat nog steeds
niet kunt aanzetten, neemt u contact op met de plaats van
aankoop of de ondersteuningsdienst van Epson.
• Als er een bericht wordt weergegeven op het computerscherm of
het mobiele apparaat, controleer dan de informatie in het bericht.
Ik kan geen Bluetooth-verbinding (koppelen) met de printer
maken
• Controleer of het lampje
van de printer afwisselend aan en uit
gaat. Als dat niet zo is, moet u Bluetooth op de printer aanzetten
en het opnieuw proberen. Zie het gedeelte "De Bluetooth-
functie in- en uitschakelen".
• Controleer of de printer met een ander apparaat communiceert.
Als de printer al met een apparaat communiceert, kan hij niet
met een ander apparaat communiceren.
• Als op het scherm van het apparaat een bericht verschijnt, lees
dan het bericht.
De verbinding (koppelen) met de printer werd verbroken.
• Controleer of het lampje
van de printer afwisselend aan en uit
gaat. Als dat niet zo is, moet u Bluetooth op de printer aanzetten
en het opnieuw proberen. Zie het gedeelte "De Bluetooth-
functie in- en uitschakelen".
• Als de printer met een USB-kabel wordt aangesloten op een
computer terwijl de printer communiceert met een mobiel
apparaat, wordt de communicatie met het mobiele apparaat
beëindigd. Verbreek de verbinding van de printer met de
computer en voer het koppelen opnieuw uit.
• Als op het scherm van uw computer of mobiel apparaat een
bericht verschijnt, lees dan het bericht.
De Bluetooth-functie in- en uitschakelen
Bij aankoop is het product zo ingesteld dat de Bluetooth-functie wordt
ingeschakeld wanneer u de printer aanzet. U kunt deze instelling met de
knop in- en uitschakelen.
U kunt de instelling van de Bluetooth-functie controleren met het lampje
Zie het gedeelte "Betekenis van lampjes".
1.
Als de printer aanstaat, drukt u op de
knop
om hem uit te zetten.
2.
Druk tegelijkertijd op de knop
en de Bluetooth-knop om de printer
aan te zetten.
U kunt de instelling beurtelings in- en
uitschakelen door stap 1 en 2 te herhalen.
LET OP
Verbind de printer en de computer niet voordat de software is geïnstalleerd. Sluit de
printer aan zoals in het installatiescherm wordt aangegeven.
OPMERKING
Voor informatie over het inschakelen van de Bluetooth-functie van de computer,
raadpleeg de documentatie van de computer.
3.
Selecteer het vakje zoals hieronder
Zet de printer aan.
wordt getoond.
4.
Zet de Bluetooth-functie van uw
Selecteer de printer zoals hieronder
computer aan.
wordt getoond.
Het printerstuurprogramma voor een Bluetooth-
verbinding wordt geïnstalleerd.
1.
Druk op de knop
om de printer UIT te zetten.
2.
Zet Bluetooth op uw apparaat uit.
3.
Als u de stroomadapter gebruikt, haal dan de voedingskabel uit het stopcontact en haal de
stekker van de stroomadapter uit de printer.
1.
Druk op de knop
om de printer UIT te zetten.
2.
Ontkoppel de USB-kabel.
3.
Haal de stekker uit het stopcontact, en haal de stekker van de stroomadapter uit de printer.
4.
Als u de stroomadapter gebruikt, haal dan de voedingskabel uit het stopcontact en haal de
stekker van de stroomadapter uit de printer.
Automatisch uitschakelen
De printer wordt automatisch uitgeschakeld als hij gedurende de volgende
tijdsduur niet wordt gebruikt:
• 8 uur indien netvoeding
• 20 minuten indien batterijvoeding
Printer drukt niet af wanneer afdruktaak wordt gestuurd.
• Als er een bericht wordt weergegeven op het computerscherm
of het mobiele apparaat, controleer dan de informatie in het
bericht.
• Controleer of de verbindingskabels goed zijn aangesloten, of de
tapecassette goed is geplaatst en of het deksel goed dicht is.
• Hebt u de te gebruiken printer gekozen? Er wordt niet correct
afgedrukt als een andere printer is gekozen.
• Hebt u de computer opnieuw opgestart na het installeren van
het printerstuurprogramma? Het printerstuurprogramma is
wellicht pas correct geïnstalleerd nadat u de computer opnieuw
hebt opgestart. Installeer het printerstuurprogramma opnieuw.
De tekst wordt niet correct afgedrukt.
Controleer of de tapecassette goed is geplaatst.
Er verschijnen strepen op afgedrukte etiketten.
De printkop is vuil. Reinig de printkop. Zie het gedeelte "Reinigen".
Een afdruktaak annuleren
Controleer of de printer AAN staat en druk kort één keer op de
knop
aan de voorzijde van de printer.
Etiketten worden niet automatisch afgeknipt
Is het mes versleten? Langdurig gebruik van het mes kan slijtage
veroorzaken en het mes bot maken. Neem contact op met de
ondersteuningsdienst van Epson.
.
Advertenties
