Inhoudsopgave
Advertenties
Aansluiting "remote"
5.2 Bedrijf via aansluiting "remote"
+24 V DC* uitgang /
pin 1
Ingangen
10
Verhoogde slijtage en beschadigingen als gevolg van verkeerde bediening
Actieve magneetlagers hebben een ononderbroken stroomvoorziening nodig. Bij
stroomuitval werkt de motor als generator en voeding van de aandrijfelektronica. Onder
een toerental van ongeveer 6500 1/min is de kinetische energie van de rotor niet meer
voldoende voor de stroomvoorziening van de magneetlagers. De aandrijfelektronica
schakelt geheel uit. De rotor loopt hoorbaar uit in de opvanglagers.
Schakel de pomp niet uit door de stroomtoevoer af te sluiten.
De ingangen 2 - 6 en de aansluitingen op pin 10, 13, 14 worden actief wanneer ze met
+24 V DC op pin 1 (active high) zijn aangesloten. De aansturing kan ook via een externe
SPS plaatsvinden. De functies worden door "SPS-high niveau" ingeschakeld en door
"SPS-low niveau" uitgeschakeld.
● SPS-hoog niveau: +13 V tot +33 V
● SPS-laag niveau: -33 V tot +7 V
● Ri: 7 kΩ
● I
< 210 mA (met RS-485, indien aanwezig)
max
De digitale ingangen van aansluiting "remote" worden gebruikt voor het schakelen van
de verschillende functies van de aandrijfelektronica. De ingangen DI1 - DI2 werden in de
fabriek van functies voorzien. Ze kunnen via de RS-485 interface met de set parameters
van Pfeiffer Vacuum worden geconfigureerd.
DI1 (inschakeling beluchten) / pin 2
V+ :
Beluchten ingeschakeld (beluchting volgens beluchtingsmodus)
geopend:Beluchting geblokkeerd (er wordt niet belucht)
DI motorpomp / pin 3
Bij actieve pin 4 (pompinstallatie) en succesvol afgeronde zelftest van de aandrijfelektro-
nica wordt de turbopomp in werking gesteld. Tijdens bedrijf kan de turbopomp bij aan-
houdend ingeschakelde pompinstallatie uit- en weer ingeschakeld worden. De turbo-
pomp wordt hierbij niet belucht.
V+ :
Motor van de turbopomp aan
geopend:Motor van de turbopomp uit
DI pompinstallatie / pin 4
Aangesloten onderdelen pompinstallatie worden aangestuurd (bijv. voorpomp, beluch-
tingsklep, luchtkoeling) en bij gelijktijdig geactiveerde pin 3 (motor) wordt de turbopomp
in werking gesteld. Eventuele bestaande foutmeldingen worden gereset als de oorzaak
hiervan is verholpen.
V+ :
storingsopheffing en pompinstallatie aan
geopend:pompinstallatie uit
DI standby / pin 5
De stand-by modus van de turbopomp is het bedrijf met een vooraf bepaald rotortoeren-
tal < het nominale toerental. De fabrieksinstelling en het aanbevolen bedrijf vertegen-
woordigen 66,7% van het nominale toerental.
V+ :
stand-by ingeschakeld
geopend:stand-by uit, bedrijf met nominaal toerental
VOORZICHTIG
Advertenties
Inhoudsopgave
