U kunt de tools in uw Garmin Connect account gebruiken om
activiteitgegevens weer te geven en te bewerken.
De hardloopmodus instellen
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
> .
3
Selecteer Buiten of Binnen.
4
Selecteer Hardloopmod..
5
Selecteer een optie:
• Selecteer Vrij om in uw eigen tempo buiten of binnen hard
te lopen zonder waarschuwingen van de hardloopmodus.
OPMERKING: Dit is de standaard hardloopmodus.
• Selecteer Ren/Loop om te trainen met hardloop- en
wandelintervallen met tijdmeting.
• Selecteer Virtual Pacer om te trainen op het halen van
een bepaald tempodoel.
OPMERKING: U kunt uw Garmin Connect account gebruiken
om uw hardloop-/wandelintervallen en tempodoel aan te
passen
(Instellingen activiteitenprofiel op Garmin Connect,
pagina
9).
6
Ga hardlopen.
Telkens wanneer u een interval voltooit of wanneer uw tempo
hoger of lager wordt dan het doeltempo, wordt een bericht
weergegeven en trilt het toestel.
Virtual Pacer
™
Virtual Pacer is een trainingsprogramma waarmee u uw
prestaties kunt verbeteren doordat u wordt aangemoedigd om
op een ingesteld tempo te hardlopen.
Waarschuwingen
U kunt waarschuwingen gebruiken om te trainen met specifieke
doelstellingen voor tijd, afstand, calorieën en hartslag.
Een terugkerende waarschuwing instellen
Een terugkerende waarschuwing wordt afgegeven telkens
wanneer het toestel een opgegeven waarde of interval
registreert. U kunt bijvoorbeeld instellen dat het toestel u na elke
100 calorieën waarschuwt. U kunt uw Garmin Connect account
gebruiken om de opgegeven waarden of intervallen voor
terugkerende waarschuwingen aan te passen
activiteitenprofiel op Garmin Connect, pagina
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
en vervolgens een activiteit.
3
Selecteer Waarschuwingen.
4
Selecteer Tijd, Afstand of Cal. om de waarschuwing in te
schakelen.
OPMERKING: De waarschuwing Afstand is alleen
beschikbaar voor wandelen, hardlopen en fietsen.
Zodra u de opgegeven waarde voor een waarschuwing bereikt,
wordt een bericht weergegeven en trilt het toestel.
Hartslagwaarschuwingen instellen
U kunt het toestel zo instellen dat u een waarschuwing krijgt
wanneer uw hartslag boven of onder een doelzone of een door
u ingesteld bereik ligt. Zo kunt u bijvoorbeeld instellen dat het
toestel u waarschuwt als uw hartslag hoger is dan 180 bpm
(slagen per minuut). U kunt via uw Garmin Connect account
aangepaste zones opgeven
Garmin Connect, pagina
9).
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
en vervolgens een activiteit.
4
(Instellingen
9).
(Instellingen activiteitenprofiel op
3
Selecteer Waarschuwingen > HS-wrsch.
4
Selecteer een optie:
• Als u het bereik van een bestaande hartslagzone wilt
gebruiken, selecteert u die hartslagzone.
• Als u minimum- of maximumwaarden wilt aanpassen,
selecteert u Aangep..
Zodra u boven of onder het opgegeven bereik of de aangepaste
waarde komt, wordt een bericht weergegeven en trilt het toestel.
Ronden markeren
U kunt instellen dat uw toestel de Auto Lap
waardoor een ronde na elke kilometer of mijl automatisch wordt
gemarkeerd. Dit is handig als u uw prestaties tijdens
verschillende delen van een activiteit wilt vergelijken.
OPMERKING: De Auto Lap functie is niet beschikbaar voor alle
activiteiten.
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
en vervolgens een activiteit.
3
Selecteer Auto Lap om de functie in te schakelen.
4
Start de activiteit.
De functie Auto Pause
U kunt de functie Auto Pause gebruiken om de timer
automatisch te pauzeren wanneer u stopt met bewegen. Dit is
handig als in uw activiteit verkeerslichten of andere plaatsen
waar u moet stoppen, voorkomen.
OPMERKING: De pauzetijd wordt niet opgeslagen in uw
geschiedenis.
OPMERKING: De Auto Pause functie is niet beschikbaar voor
alle activiteiten.
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
en vervolgens een activiteit.
3
Selecteer Auto Pause om de functie in te schakelen.
4
Start de activiteit.
Hartslaggegevens verzenden naar Garmin
toestellen
U kunt uw hartslaggegevens verzenden vanaf uw vívosport
toestel en bekijken op gekoppelde Garmin toestellen. U kunt
bijvoorbeeld uw hartslaggegevens verzenden naar een Edge
toestel tijdens het fietsen of naar een VIRB actiecamera tijdens
een activiteit.
OPMERKING: Het verzenden van hartslaggegevens verkort de
levensduur van batterij.
1
Houd uw vinger op het aanraakscherm om het menu weer te
geven.
2
Selecteer
>
>
.
Het vívosport toestel begint uw hartslaggegevens te
verzenden.
OPMERKING: U kunt alleen het hartslaggegevensscherm
bekijken terwijl u hartslaggegevens uitzendt.
3
Koppel uw vívosport toestel met uw Garmin ANT+
compatibele toestel.
OPMERKING: De aanwijzingen voor het koppelen
verschillen voor ieder Garmin compatibel toestel. Raadpleeg
uw gebruikershandleiding.
4
Tik op het hartslaggegevensscherm en selecteer
verzenden van uw hartslaggegevens te stoppen.
®
functie gebruikt,
gebruiken
®
®
om het
Training
®
®