MIXER-parameters
Osc1 Level
Stelt het volume van Oscillator 1 in.
Osc2 Level
Stelt het volume van Oscillator 2 in.
Sub Level
Stelt het volume van de suboscillator van Oscillator 1 in.
De suboscillator genereert een driehoekvormige golfvorm die één
octaaf lager ligt dan de toonhoogte van Oscillator 1. Aangezien een
driehoekvormige golfvorm weinig harmonischen heeft, kunt u de
driehoekvormige suboctaaf gebruiken om gewicht toe te voegen aan een
geluid zonder de algemene harmonische inhoud te veranderen.
Noise Level
Stelt het volume in van de witte ruis die door de ruisgenerator wordt
gegenereerd.
Ruis kan worden gebruikt voor percussiegeluiden en geluidseffecten
zoals wind of oceaangolven.
Categorie FILTER
In de filtercategorie ([LOW-PASS FILTER], [HIGH-PASS FILTER]), wordt
de toon verwerkt door de harmonische component van de oscillatoren te
onderdrukken of te benadrukken.
Dit apparaat is uitgerust met een 4-polig (24 dB per octaaf), analoog,
resonant laagdoorlaatfilter en een 2-polig (12 dB per octaaf), analoog,
resonant hoogdoorlaatfilter.
Het laagdoorlaatfilter verzwakt de hogere frequenties en het
hoogdoorlaatfilter verzwakt de lagere frequenties. Door deze twee filters
tegelijk te gebruiken, werkt het ook als banddoorlaatfilter.
U kunt een frequentieband ook benadrukken bij de filter cutoff door het
resonantieniveau ([Resonance]) aan te passen.
FILTER-parameters
[LOW-PASS FILTER] en [HIGH-PASS FILTER] worden op het scherm
weergegeven als categorieën.
Hieronder vindt u de parameters die onder één van de categorieën of
onder beide worden weergegeven.
Cutoff
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
De parameter [Cutoff] past de afsnijfrequentie van elk filter aan.
De afsnijfrequentie wordt aangepast naar het lagere bereik wanneer de
ingestelde waarde van de parameter daalt en naar het hogere bereik
wanneer die stijgt.
! Als u de waarde van [LOW-PASS FILTER] verlaagt, verwijdert u de
hoge frequenties uit het geluid.
! Als u de waarde van [HIGH-PASS FILTER] verhoogt, verwijdert u de
lage frequenties uit het geluid.
! Met [FILTER ENVELOPE] kunt u de afsnijfrequentie van het filter
regelen doorheen de tijd.
Resonance
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
De parameter [Resonance] geeft het geluid een speciaal karakter door
de boventonen rond de afsnijfrequentie te benadrukken.
! Als u het [Resonance]-niveau verhoogt, wordt de boventoon
benadrukt en is het effect groter.
! Als u het [Resonance]-niveau verhoogt, start het laagdoorlaatfilter
met zelfoscillatie en genereert het een sinusgolf.
! Als u [Resonance] instelt op een hoge waarde terwijl de oscillatoren
ook op een hoge waarde zijn ingesteld in [MIXER] kan vervorming
optreden. Verlaag indien nodig het niveau van de oscillatoren.
Key Amount
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
14
Nl
[Key Amount] regelt hoe de afsnijfrequentie van het filter wordt
beïnvloed door het toetsenbord. De instellingen zijn [Off/Half/Full].
! Als de parameter is ingesteld op [Full]: hoe hoger de noot die op
de toetsen wordt gespeeld, des te meer het filter opengaat. De
wijzigingen aan de afsnijfrequentie gebeuren in semitooneenheden.
! Als de parameter is ingesteld op [Half]: hoe hoger de noot die op
de toetsen wordt gespeeld, des te meer het filter opengaat. De
wijzigingen aan de afsnijfrequentie gebeuren evenwel in halve
semitooneenheden.
! Als de parameter is ingesteld op [Off]: hogere of lagere noten spelen
op de toetsen heeft geen invloed op de filterfrequentie.
! Als het laagdoorlaatfilter zelf oscilleert, kunt u als volgt spelen
volgens de instelling [Key Amount] in de categorie [LOW-PASS
FILTER].
— Instelling [Full]: u kunt twaalf tonen per octaaf spelen met het
oscillatiegeluid (sinusgolf) van het filter.
— Instelling [Half]: u kunt twaalf tonen per octaaf spelen door twee
octaven te spelen op de toetsen.
Velocity
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [LOW-PASS FILTER]
als onder de categorie [HIGH-PASS FILTER].)
Als de parameter [Velocity] op [On] staat, kunt u het effect van de
filteromhullende ([FILTER ENVELOPE]) wijzigen naar de afsnijfrequentie,
afhankelijk van de snelheid (kracht waarmee op de toetsen wordt
gespeeld).
! Als u de toetsen stevig bespeelt, zal de hoeveelheid verandering in
[LP Amount] en [HP Amount] in de categorie [FILTER ENVELOPE]
verhogen.
Categorie FILTER ENVELOPE
De [FILTER ENVELOPE] wordt gebruikt om de afsnijfrequenties van
de twee filters doorheen de tijd te regelen via de regelaars [Attack],
[Decay], [Sustain] en [Release].
Geluiden die door een instrument worden geproduceerd zijn doorgaans
helderder in het begin (de aanzetfase) en worden zachter naarmate ze
wegsterven (de terugvalfase en de fase van wegsterven). De [FILTER
ENVELOPE] werd ontwikkeld om dit te simuleren.
Cutoff
Note aan
Attack-
tijd
Standaard ADSR-omhullende
FILTER ENVELOPE-parameters
LP Amount
De parameter [LP Amount] stelt de hoeveelheid modulatie van de
filteromhullende naar het laagdoorlaatfilter in. Grotere hoeveelheden
hebben een dramatischer effect op de afsnijfrequentie.
! Hogere positieve [LP Amount]-instellingen zorgen ervoor dat de
filteromhullende de afsnijfrequentie van het filter dramatischer
beïnvloedt.
! Hogere negatieve [LP Amount]-instellingen zorgen ervoor
dat de filteromhullende wordt geïnverteerd en beïnvloeden de
afsnijfrequentie van het filter dramatischer in de omgekeerde
richting.
Note uit
Sustain-
niveau
Decay-
Release-tijd
tijd
Tijd