Geluiden aanmaken en categorieën/
parameters
In dit hoofdstuk worden de synthesecategorieën en -parameters in het programma voor het aanmaken van geluiden beschreven.
Voor meer informatie over hoe u de hier beschreven categorieën, parameters en parameterwaarden wijzigt, zie "Bediening" (pagina 9).
Categorie OSCILLATOR
De oscillatorcategorieën ([OSCILLATOR 1], [OSCILLATOR 2] en
[OSCILLATORS]) genereren golfvormen met verscheidene harmonische
configuraties die de basis vormen voor de geluiden van dit apparaat.
Het apparaat heeft de twee oscillatoren (Oscillator 1, Oscillator 2) en
daarbovenop een suboscillator van Oscillator 1 en een onafhankelijke
ruisgenerator.
De twee oscillatoren kunnen driehoekige en zaagtandvormige
golfvormen en pulsgolfvormen met variërende breedte genereren. U
kunt deze drie soorten golfvormen voortdurend wijzigen met behulp van
de parameter [Shape].
OSCILLATOR-parameters
[OSCILLATOR 1], [OSCILLATOR 2] en [OSCILLATORS] worden op het
scherm weergegeven als categorieën.
Hieronder vindt u de parameters die onder één of twee van de
categorieën worden weergegeven.
Frequency
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Frequency] past de basistoonhoogte van de oscillator
aan over vijf octaven.
! Als u de knoppen [OCTAVE UP] en [OCTAVE DOWN] gebruikt,
zitten er in totaal negen octaven in het bereik.
Shape
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Shape] past de golfvorm aan die door de oscillator wordt
gegenereerd.
De golfvorm kan voortdurend wisselen tussen driehoekige golfvorm,
zaagtandgolfvorm en pulsgolfvorm.
De drie golfvormen worden als volgt weergegeven op het scherm.
! Driehoekige golfvorm: [Tri]
! Zaagtandgolfvorm: [Saw]
! Pulsgolfvorm: [Pulse]
Pulse Width
(U vindt deze parameter zowel onder de categorie [OSCILLATOR 1] als
onder de categorie [OSCILLATOR 2].)
De parameter [Pulse Width] past de pulsbreedte van de pulsgolfvorm
aan.
! Als [Pulse Width] is ingesteld op [127], dan verandert de
pulsgolfvorm in een vierkante golfvorm (pulsbreedte: 50%).
! Als [Pulse Width] is ingesteld op [0] of [255], wordt de
vermogensverhouding van de pulsgolfvorm 0% (pulsbreedte: 0%)
zodat het geluid niet wordt uitgevoerd.
Bedrijfscyclus
Bedrijfscyclus
(100%)
(100%)
Vierkante golf
Ingestelde waarde: laag
Bedrijfscyclus
(100%)
Ingestelde waarde: hoog
Sync
(Voor de categorie [OSCILLATOR 1])
De parameter [Sync] zet de harde sync van de oscillator op [On]/[Off].
Als de harde sync van de oscillator is ingesteld op [On], wordt
Oscillator 1 gedwongen om de cyclus te herstarten telkens als de cyclus
van Oscillator 2 begint. Hierdoor worden harmonische boventonen
toegevoegd aan de frequentie van Oscillator 1 en wordt er een complexe
golfvorm gegenereerd.
Oscillator 1
Oscillator 2
Oscillator 1 gesynchroniseerd
met Oscillator 2
Fine
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Fine verhoogt of verlaagt de toonhoogte van Oscillator 2 met een
kwarttoon. Als u de toonhoogtes van Oscillator 1 en Oscillator 2 licht
verstemd, wordt een voller geluid gecreëerd.
Key Follow
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Zet [Key Follow] op [On]/[Off].
Als [Key Follow] op [On] staat, wordt de toonhoogte van Oscillator 2
geregeld via het toetsenbord.
! Als u Oscillator 2 als een LFO-bron (laagfrequente oscillator)
gebruikt, blijft die uitzenden aan de frequentie die is ingesteld bij
[Frequency] door [Key Follow] op [Off] te zetten.
! Zelfs als [Key Follow] op [Off] staat, zijn modulaties uit andere
modulatiebronnen mogelijk.
Low Freq
(Voor de categorie [OSCILLATOR 2])
Als [Low Freq] op [On] staat, kan Oscillator 2 worden gebruikt als een
LFO.
Slop
(Voor de categorie [OSCILLATORS])
Deze parameter heeft zowel invloed op Oscillator 1 als op Oscillator 2.
Slop voegt gerandomiseerde verstemming toe aan beide oscillatoren
waardoor het apparaat de licht onstabiele stemming en "warmte" krijgt
die eigen is aan vintage analoge synthesizers.
! Kleine hoeveelheden Slop zorgen voor een subtiel vintage analoog
karakter. Grotere hoeveelheden Slop zorgen voor een dramatischer
vals effect.
Categorie MIXER
In de categorie [MIXER] kunt u de niveaus van de individuele
oscillatoren instellen.
Om de golfvorm van elke oscillator te synthetiseren, moet u het
volumeniveau van elke parameter in de categorie [MIXER] verhogen.
! Als de parameter [RESONANCE] van het laagdoorlaatfilter hoog
genoeg staat om zelfoscillatie te veroorzaken, zal het filter een
sinusgolf produceren, zelfs als alle oscillatorvolumes op [0] zijn
gezet.
13
Nl