Installatiehandleiding en gebruiksaanwijzing
8. Installatie
8.1. 8.1. Veiligheidsinstructies
GEVAAR!
Netspanning
Door contact met netspanning geleidende, niet geïsoleerde delen bestaat het gevaar van een
elektrische schok, die ernstige verwondingen en de dood tot gevolg kan hebben.
Maatregelen:
•
Houd u bij elektrische installatie aan alle geldende voorschriften (bijv. VDE 0100)!
•
Alle elektrische werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door bevoegd *vakpersoneel.
•
De aansluiting op het elektriciteitsnet en de betreffende veiligheidsvoorzieningen moeten voldoen aan de op de plaats
waar de METPOINT
BDL compact is opgesteld geldende wettelijke voorschriften; het aansluiten en de installatie
®
moeten worden uitgevoerd door hiervoor gekwalificeerd *vakpersoneel.
•
Zorg ervoor dat geen delen van de meetinstrumenten onder spanning staan en dat de instrumenten tijdens het
verrichten van de onderhouds- of servicewerkzaamheden niet met het elektriciteitsnet kunnen worden verbonden.
GEVAAR!
Ontbrekende aarding!
Bij ontbrekende aarding (randaarde) bestaat het gevaar dat in het geval van een storing geleidende
delen die kunnen worden aangeraakt spanning voeren. Het aanraken van zulke delen leidt tot een
elektrische schok met verwonding en dood als gevolg.
De installatie moet absoluut worden geaard resp. de aardgeleider moet zijn aangesloten volgens de
voorschriften.
Aan de netstekker geen tussenstekkers gebruiken.
De netstekker evt. door gekwalificeerd vakpersoneel laten vervangen.
GEVAAR!
Ontbrekende scheidingsinrichting!
Alle contactgevaarlijke spanningen moeten met toegewezen, extern te installeren
scheidingsinrichtingen uitgeschakeld kunnen worden.
De scheidingsinrichting moet zich in de buurt van het instrument bevinden.
De scheidingsinrichting moet overeenkomen met IEC 60947-1 en IEC 60947-3.
De scheidingsinrichting moet alle stroomvoerende geleiders isoleren.
De scheidingsinrichting mag niet in de elektriciteitsleiding zijn ingebouwd.
De scheidingsinrichting moet voor de gebruiker gemakkelijk bereikbaar zijn.
De stekker van de netaansluitleiding wordt gebruikt om het apparaat uit te schakelen. Deze scheidingsinrichting moet voor
de gebruiker duidelijk zichtbaar en goed toegankelijk zijn. Er is een connector met CEE7/7-systeem vereist.
Alle elektrische leidingen die netspanning of een andere bij contact gevaarlijke spanning voeren
(netaansluitleiding, alarm- en meldrelais), moeten bovendien worden voorzien van een dubbele of versterkte isolatie (EN
61010-1). Dit kan worden verzekerd door de inzet van mantelleidingen, een aanvullende tweede isolatie
(bijv. isolatiehuls) of daarvoor geschikte leidingen met versterkte isolatie.
De aansluitkabels kunnen bijvoorbeeld worden voorzien van een isolatiehuls. De extra isolatiehuls moet bestand zijn tegen
de elektrische en mechanische spanningen die kunnen optreden tijdens het normale bedrijf
(zie EN 61010-1, paragraaf 6.7.2.2.1).
*Vakpersoneel
Het vakpersoneel is op grond van zijn beroepsopleiding, kennis van de meet- en regeltechniek en ervaring en kennis van
de nationale voorschriften, geldende normen en richtlijnen in staat om de beschreven werkzaamheden te verrichten en
eventuele gevaren zelf in te schatten. Voor speciale operationele voorwaarden is uitgebreide kennis vereist, bijv. over
agressieve mediums.
14
NL
METPOINT
BDL compact
®