VASTMAKEN EN LEIDEN VAN DE SLANGEN OP DIVATOR BC
GEBRUIK VAN INTERSPIROSLANGEN
Bij gebruik van inflator slangen, draai de slangen vast tot 10 Nm.
GEBRUIK VAN ANDERE SLANGEN DAN INTERSPIRO
Zorg ervoor dat de slang een werkdruk heeft van ten minste 34 bar (490 psi) en een
barstdruk van ten minste 100 bar (1450 (Psi). Draai ze vast volgens gebruiksaanwijzing
van de slangen.
DE TOEVOERSLANG AANSLUITEN
Sluit de toevoerslang aan op het volgelaatsmasker (of mondstuk) door deze handvast vast
te schroeven. Als er een overdrukmasker is gemonteerd, sluit de hendel.
DE INFLATSORSLANG AANSLUITEN
1.
Zet de inflatorslang voor de BC door de bovenste elastische band op de gegolfde
inflatorslang.
2.
Trek aan de slang totdat u deze kunt aansluiten op de connector van de power inflator.
3.
Pas de lengte van de slang aan, zodat beide slangen parallel zijn. Zet de
inflatorslangen vast met de linker klittenbandhouder op de BC.
DE OCTOPUS TOEVOERSLANG EN -KLEP AANSLUITEN
1.
Als een toevoerslang voor octopus is gemonteerd, plaats de slang dan door de
rechterbinnenzijde van de BC en trek de slang uit in zijn volle lengte.
2.
Sluit de slang aan op de octopus ademhalingsautomaat door deze handvast aan te
draaien. Sluit de hendel op ademhalingsautomaat van de octopus.
3.
Buig de slang éénderde van de lengte van de reduceereenheid. Steek het gebogen
gedeelte van de slang door het elastieken koord op het bovenste achtergedeelte van
het BC draagstel.
4.
Sluit de octopus ademhalingsautomaat aan de octopus mondstukhouder (optioneel) in
een geschikte positie of sla deze op in de rechterbuitenzak van de BC.
DE DROOGPAK-INFLATORSLANG AANSLUITEN
Als een droogpak inflatorslang is uitgerust, plaatst deze door de rechterbinnenkant van het
BC draagstel.
DE RS4 REDUCEEREENHEID MANOMETER AANSLUITEN
Bevestig het elastieken koord met haak (vastgemaakt aan de manometer) op een geschikte
D-ring op de BC. Zorg ervoor dat het gemakkelijk toegankelijk is tijdens de duik.
DE DIVATOR DP1 SLANG LEIDEN
Als de DP1 slang is uitgerust, zorg ervoor dat deze door de linkerbinnenkant van de BC
wordt geleid. Bewaar de DP1 slang in de linkerbuitenzak van de BC. Sluit de rits als u
geen DP1 oppervlakteluchttoevoerduik uitvoert.
OPPERVLAKTELUCHTTOEVOER DUIK MET DE DIVATOR DP1
1.
Voordat u het DP1 oppervlakteluchttoevoer duiksysteem gebruikt samen met de RS4
SCUBA, moet u ervoor te zorgen dat de duikleider:
•
de luchtcilinders heeft aangesloten
•
de controles voor het duiken heeft uitgevoerd op de DP1 uitrusting
•
heeft gecontroleerd dat lucht aan de DP1 reduceereenheid wordt gevoed
volgens de DP1 handleiding.
2.
Sluit de RS4 snelkoppeling voor DP1 aan op de DP1 reduceereenheid.
3.
Draai de borgring helemaal vast. Draai hem een kwartslag los.
4.
Plaats de DP1 oppervlakteluchttoevoer in de linker BC zak voor veiligheid en
bescherming.
5.
Sluit de rits op de BC zak om te voorkomen dat de reduceereenheid eruit valt tijdens
het duiken.
6.
Sluit de karabijnhaak op de DP1 oppervlakteluchttoevoerslang aan op de
reddingsgordel gedragen door de duiker. Voor verdere instructies zie de
gebruikershandleiding van de DP1.
10