wat ernstige verwondingen of de dood kan
veroorzaken.
•
Kijk voordat u achteruit rijdt naar achteren en
verzeker dat er geen mensen of voorwerpen
aanwezig zijn. Rij traag achteruit en hou de
bewegingen van de aanhangwagen nauwkeurig
in de gaten.
•
Wees uiterst voorzichtig en rij traag als u de
aanhangwagen en het trekvoertuig achteruitrijdt.
•
Let op het verkeer als u in de buurt van een weg
werkt of deze oversteekt. Verleen altijd voorrang
aan voetgangers en andere voertuigen.
•
Als de aanhangwagen abnormaal begint te trillen,
stop dan onmiddellijk. Zet de motor van het
trekvoertuig af. Repareer alle schade voordat u
verdergaat met slepen.
•
Voordat u onderhoud of aanpassingen uitvoert
aan de aanhangwagen:
– Breng het trekvoertuig tot stilstand en stel de
parkeerrem in werking.
– Zet de motor af en haal het sleuteltje uit het
contact.
•
Zorg dat alle moeren, bouten en andere
bevestigingen stevig vastzitten. Vervang
onderdelen die tijdens onderhoud of aanpassingen
verwijderd worden.
6