7.
Kantel de oprijplaat naar boven en haak
de oprijplaatvergrendeling in het gat in de
bovenkant van de wielgeleider
8.
Vervoer de grasvangers in het trekkende
voertuig.
Gebruiksaanwijzing
(Figuur
4).
Tips voor bediening en
gebruik
•
•
•
•
5
U kunt deze aanhanger gebruiken voor de
Greensmaster 1000, 1010, 2000, Flex 21, 2100
en eFlex 2100 machines. U kunt de aanhanger
ook gebruiken met de Greensmaster 800, Flex 18,
1800 en eFlex 1800 machines indien die voorzien
zijn van de set met transportwielen (model 04123).
Een Greensmaster 1600, 1610, of 2600 machine
past ook als u de transport-assen van de machine
neemt en de rails in de laadbak van de aanhanger
verwijdert. Het slepen van andere producten kan
schade veroorzaken aan assen en transmissies
die draaien tijdens het slepen.
Gebruik alleen voertuigen met de vereiste
sleepcapaciteit. De aanhanger en 2
greensmaaiers wegen ongeveer 400 kg.
Controleer de aanwijzingen van de fabrikant van
het trekvoertuig om te controleren of dit over het
nodige rem- en rijvermogen beschikt.
Verzeker dat aanhanger goed is gekoppeld aan
het trekvoertuig voordat u machines laadt of
lost, om te voorkomen dat de koppelinrichting
onverwacht beweegt of naar boven klapt.
De aanhanger voegt extra sleepgewicht toe aan
het voertuig. Gebruik het voertuig veilig.
– Rij niet op de openbare weg met de machine.
– Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd
voor en in bochten.
– Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd
als u over onbekend of heuvelachtig terrein
rijdt.
– Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd
als u van richting verandert of wilt stoppen.
– Verlaag de snelheid van het trekvoertuig altijd
als u een bocht maakt of op een helling rijdt.
– Neem nooit plotselinge of scherpe bochten.
Verander nooit plotseling van richting op
een talud, glooiing, helling, schuinte of een
vergelijkbaar oppervlak.
– Pas de snelheid van het trekvoertuig altijd aan
de terreinomstandigheden aan, zoals natte,
gladde oppervlakken, los zand of grind en/of
lage zichtbaarheid in zwak of fel licht, mist,
nevel of regen.
– Wees extra voorzichtig als u een zwaarbeladen
voertuig van een helling of glooiing rijdt. Rij
het voertuig indien mogelijk altijd recht op en
af hellingen en glooiingen. Probeer het dwars
op een helling rijden altijd te vermijden. Het
gevaar bestaat dat het trekvoertuig kantelt,