2.5 In gebruik nemen
Batterij plaatsen
1/11: Plaats een nieuwe AAA-alkalinebatterij (LR03). Zorg
dat de minpool van de batterij eerst wordt geplaatst. Op
de achterkant van de insulinepomp is afgebeeld hoe u de
batterij moet aanbrengen.
Vervang de batterijdop regelmatig (om de drie maanden). Anders is niet gegarandeerd dat de afsluiting
van de batterijhouder intact blijft.
2/11: Sluit de batterijhouder door de groef in de batterijdop
zo ver mogelijk met de klok mee te draaien met behulp van
de rand van een munt.
37