7
Inbedrijfstelling
7.1
Algemeen
7.2
Gascircuit
Afb.59
Gasblok meetpunten
A
B
C
7.3
Hydraulisch circuit
7.4
Elektrische aansluitingen
7.5
Inbedrijfstellingsprocedure
7659822 - v.03 - 25112016
B
A
C
AD-0000177-01
Volg de stappen uit de volgende paragrafen voor de inbedrijfstelling van
de ketel.
Waarschuwing
Stel de ketel niet in bedrijf als de aangeboden gassoort niet over
eenkomt met de toegestane gassoorten.
Waarschuwing
Zorg dat de ketel spanningsloos is.
1. Open de hoofdgaskraan.
2. Open de gaskraan van de ketel.
3. Controleer de gasvoordruk op het meetpunt C van het gasblok. De
gasdruk moet voldoen aan de vermelde druk op de typeplaat.
Waarschuwing
Voor toegestane gasdrukken, zie Toestelcategorieën, pagina 12.
Belangrijk
De ketel wordt geleverd met twee typen gasblokken. Zie tekening
voor de positie van het meetpunt C voor de gasvoordruk.
4. Ontlucht de gastoevoerleiding door het meetpunt C op het gasblok
los te schroeven.
5. Schroef het meetpunt weer dicht wanneer de leiding voldoende ont
lucht is.
6. Controleer alle aansluitingen op gasdichtheid. De testdruk mag
maximaal 60 mbar zijn.
1. Controleer de waterdruk van de CV-installatie die op de manometer
staat aangegeven. Indien nodig: vul de CV-installatie bij.
2. Controleer de sifon, deze moet tot aan de markeringsstreep gevuld
zijn met schoon water.
3. Controleer de waterzijdige aansluitingen op dichtheid.
1. Controleer de elektrische aansluitingen.
Waarschuwing
De eerste inbedrijfstelling moet worden uitgevoerd door een er
kend installateur.
Bij gebruik van een ander type gas, bijv. propaan, moet het gas
blok aangepast worden voordat de ketel aangezet wordt.
Zie
Aanpassing aan een ander type gas, pagina 52
Belangrijk
Wanneer de ketel voor het eerst wordt gestookt, kan de ketel ge
durende korte tijd enige geur afgeven.
7 Inbedrijfstelling
51