?? Flitser: Dit apparaat wordt buiten, op een goed zichtbare plek
geïnstalleerd om assistentie naar de exacte locatie te dirigeren.
1.3 Hoe gedraagt elk zone type zich?
Het gebied dat de MAX-20MC beveiligd kan worden opgedeeld in 20
zones, waarvan de eerste drie kunnen worden gebruikt voor of
bedrade of draadloze sensoren. Er kan uit acht verschillende zone
types gekozen worden en u kunt elke zone een van de zone types
toewijzen. De eigenschappen van elk zone type kunt u hieronder
lezen:
A. "Vertraagd-omtrek" zones
Zoals de naam al suggereert, geeft een vertraagde zone
tijdvertragingen bij binnenkomen en weggaan. Tijdens deze
tijdvertragingen is er een waarschuwingssignaal te horen, tenzij u
deze heeft uitgeschakeld. Het woord "omtrek" in de zone
beschrijving betekent dat de zone bij HOME (Thuis) inschakeling
actief is. (Home inschakeling betekent de omtrek sensoren zijn
ingeschakeld en dat de sensoren binnen het beveiligde gebied geen
alarm geven, zodat er zonder problemen binnenshuis kan worden
gelopen.)
?? Uitgangsvertraging.- De uitgangsvertraging begint zodra u het
systeem met een sleutel of handzender wordt geactiveerd. U
kunt nu het beveiligde pand verlaten via een specifieke route
verlaten voordat de zone actief is en een alarm zal veroorzaken.
Zodra de uitgangsvertraging begint zal de buzzer langzaam
piepen. De laatste tien seconden gaat de buzzer snel piepen.
?? Inloopvertraging- De inloopvertraging begint zodra u het
beveiligde gebied via een bepaalde deur of route binnenloopt en
uw door een detector wordt opgemerkt die hoort bij een
vertraagde zone. Om een alarm te voorkomen dient u het alarm
uit te schakelen voordat de vertraging is verlopen. Wanneer de
inloopvertraging begint, zal de buzzer dubbele pieptonen geven,
de laatste tien seconden zal dit snelle dubbele pieptonen zijn.
B. "Vertraagd-interieur" zones
Deze zone gedraagt zich net als vertraagde-omtrek zones. Het
woord "interieur" betekent dat deze zone automatisch wordt als
het systeem wordt ingeschakeld met de "HOME" (Thuis) stand,
zodat personen in het gebouw kunnen rondlopen zonder dat het
alarm afgaat.
C. "Follower-omtrek" zone
Een follower zone wordt automatisch een vertraagd omtrek zone
tijdens de uitgangs en inloopvertraging- vooropgesteld dat bij
binnenkomen of weggaan eerst een vertraagde zone wordt
verstoord. "Omtrek" houdt in dat deze zone actief wordt als het
systeem als de "Home" stand wordt ingeschakeld.
D. "Follower-interieur" zone
Deze zone heeft dezelfde eigenschappen als de zone hierboven,
met als enige verschil dat deze zone wordt wanneer het systeem
als "Home" is ingeschakeld.
E. "Direct-omtrek" zone
Deze zone reageert direct als de zone wordt verstoord. "Omtrek"
houdt in dat de zone actief is bij "Home" inschakeling.
F. "Direct-interieur" zone
Deze zone reageert direct als de zone wordt verstoord. Deze zone
is niet actief bij "Home" inschakeling.
G. 24-uur luid zone
Deze zone wordt vooral gebruikt voor paniekdrukkers, rookmelders
en sabotage schakelaars. Het zet een luid alarm in werking bij zowel
een ingeschakeld als een uitgeschakeld systeem.
H. 24-uur stil zone
Deze zone wordt vooral gebruikt voor paniekdrukkers, rookmelders
en sabotage schakelaars. Het zet een stil alarm in werking bij zowel
een ingeschakeld als een uitgeschakeld systeem.
1.4 "AWAY" tegen "HOME"
Het systeem kan op twee manieren worden ingeschakeld:
?? AWAY – Deze manier van inschakelen wordt gebruikt als het
gebouw geheel is verlaten.
?? HOME – Deze manier van inschakelen wordt toegepast als er
2
personen zich in het beveiligde gebouw bevinden. Een klassiek
voorbeeld is 's nachts, wanneer het gezin naar bed gaat. Met
HOME inschakeling zijn alle omtrek zones ingeschakeld worden
maar de interieur zones niet. Hierdoor zal beweging in de
interieur zone geen alarm veroorzaken, maar zal een beweging
in een omtrek zone wel alarm geven.
1.5 Zones overbruggen (Bypass)
U kunt de MAX-20MC zo programmeren dat geselecteerde zones
uitgesloten () worden bij inschakeling, ongeacht of deze zones zijn
gesloten
(beveiligd)
of
overbruggen kan er vrij worden rondgelopen in de e zones.
Onthoud dat bij het overbruggen van zones de
beveiligingssituatie in acht dient te worden genomen !
U kunt alleen zones overbruggen als het systeem in uitgeschakelde
staat is. Nadat u de procedure heeft afgesloten, zal de Bypass LED
gaan branden om aan te geven dat er een of meerdere zones zijn .
De Bypass LED zal blijven branden zolang het systeem is
uitgeschakeld, maar zal doven als het systeem in de AWAY modus
wordt geactiveerd. In de HOME modus zal de Bypass LED
gedurende de geactiveerde tijd blijven knipperen om zo gedeeltelijke
inschakeling aan te geven.
LET OP! Zones worden maar tijdens één ingeschakelde periode .
Een alarm systeem inschakelen met enkele zones die worden is in
feite "Gedeeltelijke inschakeling".
inschakeling daarna te herhalen kunt u het laatste bypass schema
oproepen en keer op keer weer gebruiken.
1.6 Geforceerde inschakeling
Wanneer een van de zones in het systeem open is, kan het systeem
niet worden ingeschakeld. Een manier om dit op te lossen is de
desbetreffende zone te controleren waarom deze open staat en dit
verhelpen. Een tweede optie is de zone te overbruggen.
Een derde manier om dit aan te pakken is om geforceerd in te
schakelen. Dit houdt in dat de open zones automatisch worden bij
inschakeling. Na een geforceerde inschakeling en wanneer het
systeem nog steeds is ingeschakeld, worden de zones die dan
gesloten worden automatisch opgenomen bij de
zones. Deze zones zullen gewoon in alarm gaan als ze nu
geactiveerd worden.
Onthoud dat ook bij een geforceerde inschakeling
rekening moet worden gehouden met de
beveiligingssituatie !
1.7 Detectoren voor de MAX-20MC
A. PIR beweging melders
De draadloze passief infrarood PIR detectoren die in het systeem
gebruikt worden zijn van de Powercode serie. Elke detector heeft
een unieke 24-bit identificatiecode die in de fabriek uit meer dan 16
miljoen mogelijke combinaties wordt gekozen. De ontvanger in de
centrale is in staat om deze identificatie code in te "leren" en deze
aan een bepaalde zone toe te wijzen. Twee voorbelden van zulke
detectoren ziet in figuur 1.3 en 1.4.
Naast de unieke identificatie code zend elke
detector ook een status bericht met de volgende
status informatie:
?? De detector is in alarm (of niet in alarm)
?? Er is of wordt met de detector geknoeid.
(sabotage) Dit betekent dat het deksel van de
detector losgehaald is of verwijderd.
?? De batterij spanning is laag. (Of normaal)
?? Supervisiemelding, dit bericht is alleen als
controle bericht bedoeld.
Als
een
van
deze
detectoren
detecteert wordt er een bericht naar de
beveiligingscentrale gestuurd. Als de centrale is
uitgeschakeld zal de corresponderende zone
geopend
(niet
beveiligd).
Om een zelfde gedeeltelijke
ingeschakelde
Figuur 1.3
K-940MCW
beweging
Alphatronics b.v. Rev. 1 april 2001
Door
te