Afsluitkleppen serie RS
1. Inleiding
Deze handleiding moet de gebruiker ondersteunen bij in-
bouw, bedrijf en onderhoud van CENTERLINE-afsluitklep-
pen van de serie RS.
!
Als de volgende instructies en waarschuwingen niet in
acht worden genomen, dan zouden daardoor gevaren
kunnen ontstaan en de garantie van de fabrikant ko-
men te vervallen.
Voor vragen staat de fabrikant Xomox International GmbH
& Co. OHG ter beschikking, adressen zie hoofdstuk 9.
2. Doelmatig gebruik
Deze armaturen zijn uitsluitend daarvoor bedoeld om na
inbouw in een buisleidingsysteem
•
tussen flenzen volgens EN 1092-1 (type 11 voorlasflens
met PN benaming) of EN 1759-1 (type 11 voorlasflens
met Class benaming), met gladde afdichtingslijsten.
Deze moeten mechanisch planparallel bewerkt zijn en
in één lijn liggen.
•
De inbouw tussen andere dan de hierboven genoem-
de flenstypes resp. afdichtingslijsten is alleen toege-
staan na technische navraag bij Xomox International
GmbH & Co. OHG.
•
mediums met maximale bedrijfsdruk PS, die op het ty-
peplaatje van de afsluitklep vermeld is,
•
bij een maximale bedrijfstemperatuur, die voor het in
het typeplaatje van de afsluitklep vermelde voering
van de behuizing toegelaten is - zie gegevensblad
<Chemische bestendigheid van de voering van de be-
huizing>,
•
na aansluiting van de aandrijving aan de besturing van
de installatie,
buisleidingsegmenten af te sluiten, vrij te geven of de door-
stroming te regelen na inbouw in een buisleidingsysteem
tussen of aan flenzen en om na aansluiting van de aandrij-
ving aan de besturing van de installatie mediums binnen de
toegelaten druk- en temperatuurgrenzen af te sluiten, door
te leiden of de doorstroming te regelen. Voor ander dan het
hierboven genoemde gebruik is de armatuur niet bedoeld.
OPGELET
!
Als een klep in het continu bedrijf wordt gebruikt om de
doorstroming te regelen, dan moeten hydraulische stro-
mingsparameters zo worden gekozen, dat er geen schade
door te hoge snelheden in de klep en in de buisleiding aan
uitstroomzijde kan ontstaan. In geval van twijfel wordt
aangeraden om na te vragen bij de fabrikant.
www.cranecpe.com
2
met aandrijving
OPGELET
3. Veiligheidsinstructies
3.1 Algemene veiligheidsinstructies
Voor armaturen gelden dezelfde veiligheidsvoorschriften
als voor het buisleidingsysteem waarin ze zijn ingebouwd,
en als voor het besturingssysteem waaraan de aandrijving
wordt aangesloten. Deze handleiding geeft alleen veilig-
heidsinstructies die daarnaast voor armaturen in acht moe-
ten worden genomen.
Voor aandrijfmodules vindt u aanvullende veiligheidsin-
structies in de handleidingen van de fabrikant van de mo-
dule.
3.2 Veiligheidsinstructies voor de exploitant
Het valt niet onder de verantwoordelijkheid van de fabri-
kant Xomox International GmbH & Co. OHG en men moet
daarom bij het gebruik van de arma tuur garanderen, dat
•
de armatuur alleen doelmatig zo wordt gebruikt als
beschreven in hoofdstuk 2,
LEVENSGEVAAR
!
Er mag geen armatuur worden ingezet, waarvan het
toegelaten druk-/tempera tuurbereik niet voldoende is
voor de operationele voorwaarden: dit toegela ten be-
reik is beschreven in hoofdstuk 2. De inzetgrens voor
de max. toegela ten bedrijfsdruk PS is gekenmerkt aan
de armatuur. Veronachtzaming van dit voorschrift be-
tekent gevaar voor lijf en leven en kan schade in het
buisleidingsysteem veroorzaken.
Het moet gegarandeerd zijn dat de geselecteerde ma-
terialen van de met medium in aanraking komende
delen van de armatuur geschikt zijn voor de gebruikte
mediums. De fabrikant aanvaardt geen aansprakelijk-
heid voor schade als gevolg van corrosie door agressie-
ve mediums. Veronachtzaming van dit voorschrift kan
gevaar voor lijf en leven betekenen en schade in het
buisleidingsysteem veroorzaken.
•
een aandrijfeenheid die achteraf op de armatuur ge-
monteerd werd, aan de armatuur aangepast en in
beide eindstanden van de armatuur – met name in de
sluitstand – correct afgesteld is,
•
het buisleidingsysteem en het besturingssysteem vak-
kundig gelegd werden. De wand van de behuizing van
de armatuur is zo dik, dat in op die manier vakkundig
gelegde buisleidingen rekening is gehouden met extra
belastingen in de gebruikelijke orde van grootte.
•
de armatuur vakkundig aan deze systemen is aange-
sloten,
•
in dit buisleidingsysteem de gebruikelijke door-
stroomsnelheden (bijv. 4 m/s voor vloeistoffen) in het
continu bedrijf niet overschreden worden en abnor-