Meer dan 5 startpogingen
é[4
zonder vlamvorming.
Meer dan 5 maal binnen 1
é[5
warmtevraag geen- of weg-
vallen van ionisatie.
é[6
Ongewenste vlamvorming
Geen water in de ketel of
é[7
pomp draait niet
é[8
Ventilator fout
é12
Controlefout WTW-unit
Smeltbeveiliging van de
é13
warmtewisselaar is aange-
sproken
é43
Parameter grenzen
é44
Parameter checksum
é45
Default parameters
tabel 09 Storingscodes
•
Geen ontstekingsvonk.
•
Wel ontstekingsvonk, maar geen
vlam.
•
Wel vlam maar geen of onvoldoen-
de ionisatie (lager dan 3 of hoger
dan 9 µA).
•
CO
afstelling is niet juist.
2
•
Te weinig water.
•
Geen doorstroming.
•
Te veel lucht in de installatie.
•
Ventilator draait niet
•
Ventilator blijft draaien
•
Warmtewisselaar defect
•
Te weinig water.
•
Geen doorstroming.
•
Te veel lucht in de installatie.
•
Parameterinstellingen staan niet
goed
•
Parameterinstellingen staan niet
goed
•
Parameterinstellingen kunnen niet
op default worden teruggezet
Controleer;
•
de ontstekingstrafo;
•
de aansluiting van ontstekingskabel en bougiedop;
•
de ontstekingskabel en -elektrode op 'doorslag';
•
de elektrodeafstand, deze moet 3 à 4 mm zijn; de aarding van de
ontstekingselektrode.
Controleer;
•
of de gaskraan geopend is;
•
of de gasvoordruk voldoende is;
•
of de gasleiding ontlucht is;
•
de gasklep bekrachtigd wordt tijdens ontsteken en open gaat;
•
de elektrode juist is gemonteerd en schoon is;
•
afstelling CO
op laaglast en vollast;
2
•
er geen verstopping / montagefout in de gasleiding zit
•
er geen verstopping in de luchttoevoer of rookgasafvoer zit (bv. door
verstopte sifon) er geen recirculatie van rookgassen optreedt (binnen
of buiten de ketel).
Controleer;
•
de ontstekingstrafo;
•
vlambeeld, is de vlamkern zichtbaar en de vlam stabiel?
•
afstelling CO
op laaglast en vollast;
2
•
controle van de aarding van de ontsteekpen
•
visuele controle ontstekings/ionisatie elektrode, door controle op
witte oxidehuid (deze met een schuurpapiertje of schroevendraaier
schoonkrabben) of door controle op de vorm (hebben de pennen de
originele vorm en is de afstand tussen de twee uiteinden van de pen-
nen tussen de 3 en 4 mm).
Controleer;
•
CO
-afstelling op het gasblok;
2
•
ontstekings-/ionisatiepen;
•
rookgasafvoer-/luchttoevoeraansluitingen.
•
ontstekingstrafo defect, vervang trafo of
•
automaat defect, vervang automaat
•
Controleer de minimale waterdruk; lees de manometer af.
•
Controleer de werking van de pomp; met een schroevendraaier as
gangbaar maken; gaat dat goed maar pomp reageert nog niet contro-
leer dan de bedrading van de pomp; is die goed dan is pomp defect.
•
Ontlucht de installatie en ketel (draai de dopjes los van de automati-
sche ontluchters op de pomp en luchtafscheider)
Controleer:
•
werking ventilator;
•
bedrading en aansluiting van de ventilator.
Controleer:
•
werking ventilator;
•
bedrading en aansluiting van de ventilator;
•
natuurlijke schoorsteentrek.
Controleer:
•
werking WTW-unit;
•
verbindingskabel tussen WTW-unit en ketel
Controleer: stekker en bekabeling van smeltveiligheid op de warmtewis-
selaar;
•
vervang warmtewisselaar
pas na verhelpen van mogelijke oorzaak.
•
Controleer de minimale waterdruk; lees de manometer af.
•
Controleer de werking van de pomp; met een schroevendraaier as
gangbaar maken; gaat dat goed maar pomp reageert nog niet contro-
leer dan de bedrading van de pomp; is die goed dan is pomp defect.
•
Ontlucht de installatie en ketel (draai de dopjes los van de automati-
sche ontluchters op de pomp en luchtafscheider)
•
Controleren en herstellen met Recom, als herstel niet lukt; vervang
automaat
•
Controleren en herstellen met Recom; als herstel niet lukt; vervang
automaat
•
Parameters terugzetten naar fabrieksinstelling met Recom; als reset-
ten niet lukt; vervang automaat
34
Remeha Avanta